Er worden nog steeds analyses en mogelijke oplossingen voorgesteld om het medicatieproces in woonzorgcentra te verbeteren. Dit complexe proces is een grote samenwerking tussen verschillende zorgberoepen en het risico op fouten is daardoor niet onbestaande. We spraken eerder met Karen Van den bosch, die als Coördinerend en Adviserend Apotheker (CAA) ons uitlegde wat de apotheker kan betekenen in de mogelijke oplossingen.
Wie zijn dan zoal de andere schakels in het proces? Wat maakt hun taken moeilijker? Welke problemen komen ze precies tegen? En bovenal, hoe kunnen we de risico’s van het proces verminderen en problemen aanpakken? Daarover spraken we met Margot Cloet, gedelegeerd bestuurder van Zorgnet-Icuro. Zij geeft ons een uitgebreide blik in het medicatieproces, wie de schakels ervan zijn en hoe het beter kan.
Het medicatieproces is vanzelfsprekend een heel speciale procedure. Wat maakt het medicatieproces in specifiek de woonzorgcentra zo complex?
Aangezien er vele disciplines zijn betrokken in het medicatieproces is het per definitie een multidisciplinair proces. Om te beginnen heb je de huisarts als voorschrijver, opvolger en evaluator van het effect van het voorgeschreven geneesmiddel. De apotheker is de bereider en houdt toezicht op de veiligheid van het distributieproces en de bewaring van de geneesmiddelen. De verpleegkundigen en zorgkundigen zijn de toedieners van de medicatie aan de patiënt. Zij doen observaties, registreren die en informeren de huisarts. Ze registreren ook eventuele medicatie-incidenten. Je kan natuurlijk de patiënt en/of bewoner niet vergeten. Bij personen met dementie is vaak ook de familie betrokken. Er is ook de voorziening als bewaker van de randvoorwaarden om medicatie veilig en correct te beheren. De voorziening dient ervoor te zorgen dat er een procedure is voor geneesmiddelenmanagement.
De coördinerend en raadgevend arts (CRA) heeft hierin een sleutelfunctie. Zijn opdrachten zijn bijvoorbeeld het farmaceutische zorgbeleid coördineren in overleg met de behandelende artsen en de apotheker die de toelevering van de geneesmiddelen doet aan de bewoners. Er kan ook overleg komen met de coördinerende en adviserende apotheker (CAA). Dit omvat voor de geneesmiddelen ten minste het opstellen en het gebruik van een geneesmiddelenformularium, alsook het oordeelkundige gebruik van specifieke geneesmiddelenklassen en de alternatieve niet-farmacologische aanpak bij de bewoners. De raadgevend arts informeert ook de huisartsen die in het woonzorgcentrum langskomen over het beleid van het woonzorgcentrum over het rationeel voorschrijven van geneesmiddelen.
Het hele medicatieproces, van voorschrijven tot toedienen en evalueren, kent verschillende sleutelmomenten waar er al dan niet risico’s op fouten zijn. Het proces wordt gerealiseerd doorheen een keten van deze sleutelmomenten. Al deze zorgberoepen spelen een eigen rol en dragen een eigen verantwoordelijkheid. Als er iets misloopt in deze keten, zijn de gezondheid en de veiligheid van de bewoner in gevaar.
Wat zijn volgens u de grootste delen van het medicatiemanagement die momenteel wat wringen en verbeterd kunnen worden? Voor welke mogelijke oplossingen zou u pleiten?
Bewoners van een woonzorgcentrum kunnen vrij hun eigen huisarts kiezen. Helaas creëert dit soms een probleem; het grote aantal huisartsen maakt een coherent medicatiebeleid moeilijk. Een oplossing kan zijn om het aantal huisartsen dat langskomt in een centrum te verminderen. Daarnaast heeft de coördinerend en raadgevend arts op dit ogenblik onvoldoende mandaat om huisartsen aan te speken op de naleving van het gezamenlijk afgesproken medicatiebeleid. Zijn mandaat zou dus groter moeten worden.
De functie van de coördinerend en raadgevend apotheker kan een belangrijke bijdrage leveren aan een beter medicatiebeleid. De functie zou moeten gefinancierd worden en verplicht opgenomen in de werking.
Verder is er zeker nog winst te boeken bij de wederzijdse informatieoverdracht tussen ziekenhuis en woonzorgcentrum. De digitalisering van een uniform tranfertdocument kan hierbij helpen. Zorgmedewerkers hebben soms ook te weinig kennis van de effectiviteit en bijwerkingen van medicatie. Meer scholing in farmacologie is aan te raden.
In sommige gevallen is de communicatie tussen de medewerkers onderling, en tussen medewerkers en familie, niet optimaal. De communicatie over medicatie wordt daarom best structureel verankerd, indien mogelijk met de coördinerend en adviserend apotheker.
Eén van de meest prominente problemen is het personeelstekort, zowel kwantitatief als kwalitatief. Doordat de werkdruk erg hoog is, brengt dit helaas meer risico op fouten met zich mee. Medicatie wordt soms te laat toegediend, vergeten of slecht gecontroleerd. Ik stel daarom voor dat we het toezicht op het gehele medicatieproces verhogen. Dat kan via de coördinerend en raadgevend arts of eventueel door een apothekersassistent aan te werven.
Tenslotte zie ik soms geen ontsluiting van de data rond medicatiegebruik op het niveau van de voorziening. Het zou daarom goed zijn mocht het IMA medicatiegegevens per voorziening overmaken aan de CRA, zodat hij op basis hiervan het beleid kan oriënteren, evalueren en aanscherpen.
Wat is een coördinerend adviserend apotheker precies? Hoe zou deze rol het medicatiebeleid kunnen helpen?
Het uitvoeringsbesluit van het woonzorgdecreet omschrijft de functie van de coördinerend adviserend apotheker als volgt: “Voor de organisatie van de farmaceutische zorg van de bewoners kan het woonzorgcentrum samenwerken met een coördinerende en adviserende apotheker. Dat kan de toeleverende apotheker zijn.” Die apotheker kan binnen de zorgteams de functie van geneesmiddelenexpert vervullen. Hij/zij kan de bewoner of zijn vertegenwoordiger, in samenspraak met de behandelende arts, informeren of adviseren over het geneesmiddelengebruik van de bewoner.
Huisartsen en verpleegkundigen informeren en adviseren rond het voorschrijven van geneesmiddelen voor de bewoners is ook een belangrijk deel van de functie. In voorkomend geval, kan deze apotheker de coördinerend en raadgevend arts bijstaan bij het bepalen van het geneesmiddelenbeleid van het woonzorgcentrum. Tenslotte kan hij meewerken aan de implementatie van een digitaal gedeeld medisch-farmaceutische luik, als onderdeel van het woonzorgleefplan.
Kortom, de coördinerend en raadgevend apotheker kan in het woonzorgcentrum in overleg met de CRA het medicatiebeleid ontwikkelen, implementeren en evalueren.