Ons zorglandschap evolueert voortdurend. De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) heeft verschillende keren aangekaart dat integratie en samenwerking de grootste uitdaging is in de zorg. Hoewel we veel investeren in de zorg in België, blijven zorgverleners vaak vragen naar tips en oplossingen rond hun coördinatie.
Muhammed Mustafa Sirimsi, doctoraatstudent aan de Uantwerpen en Academie voor de Eerste Lijn, werkte de laatste 3 jaar aan een toolkit die zorgverleners kunnen gebruiken om samenwerking en integratie in alle zorgberoepen te versterken. Hij dook in literatuur waaruit meerdere waardevolle concepten, werkwijzen en strategieën werden weerhouden die in deze toolkit als bouwstenen werken. Anderzijds vroeg hij naar ervaringen en noden van zorgverleners, patiënten, mantelzorgers en beleidsmakers, specifiek over hun werk in de Vlaamse eerstelijnszorg. Het resultaat is een mooie combinatie van internationale wetenschappelijke evidentie en ervaringskennis.
We spraken met hem over de toolkit, hoe die werkt en hoe je die kan gebruiken. Hij gaf ook zijn inzicht over de rol van de lokale huisapothekers in de geïntegreerde zorgsamenwerking.
Kijk voor meer info op https://www.academievoordeeerstelijn.be/
Hoe merkte je dat er een nood was voor een toolkit voor betere samenwerking in de zorg?
Onze eerste lijn is wat versnipperd en dat helpt natuurlijk niet om de geïntegreerde zorg te bevorderen. Ook de nood aan hulpmiddelen wordt al jaren gediagnostiseerd. Ik heb het zien aangekaart worden op allerlei conferenties, zowel nationaal als internationaal. Als antwoord daarop kwam de Academie voor de Eerste Lijn tot stand. Dit dankzij de steun van het Koning Bouwdewijnstichting en met het fonds Dr. Daniël De Coninck. Zij maakten vijf jaar onderzoek naar een betere geïntegreerde zorg mogelijk. De Academie zelf is een samenwerking tussen verschillende universiteiten en hogescholen die hun krachten, onderzoekscapaciteit en kennis bundelen voor de uitbouw van de eerstelijnszorg.
In het kader daarvan werkte ik de laatste drie jaar aan de toolkit. Uit onderzoek bleek dat zorgverleners interprofessionele samenwerking zeer belangrijk vinden en graag stappen willen zetten om dit te verbeteren. Daarom ontwikkelden we een aantal evidence based tools op basis van hun noden, alsook de noden van de patiënten.
Hoe werkt de toolkit precies?
De toolkit heeft twee hoofdconcepten, sociocratie en psychologische veiligheid. Sociocratie is het nemen van beslissingen waarbij iedereen gelijkwaardig is. Zo wordt er enkel een besluit genomen als er geen bezwaren zijn van het zorgteam. Als dat wel zo is, wordt het besluit aangepast tot de bezwaren verholpen zijn. Met psychologische veiligheid bedoel ik dat elk lid van het team het gevoel moeten hebben dat ze hun mening en negatieve kritiek kunnen uiten.
De toolkit bestaat uit acht bouwstenen. Je hebt ten eerste een zelfevaluatietool. Ten tweede de voorbereiding op het gebruik van de toolkit. Dit omdat we veel feedback kregen van zorgverleners die de toolkit wel wilde gebruiken maar voorbereiding nodig hadden. Op deze manier kunnen ze ook zelf de samenwerking in het team analyseren. Een derde tool focust op psychologische veiligheid. Een vierde zijn de verschillende overlegtechnieken die we aanbieden. Het vijfde is gezamenlijke besluitvorming. Het zesde is samenstelling van de werkgroep rond een specifieke problematiek. Zeven is patiëntgericht werken. En tenslotte is er de integratie van een nieuw teamlid.
Elk onderdeel start met een infosessie waarbij elk aspect wordt toegelicht. Alle tools zijn beschikbaar, kunnen afgedrukt worden en zullen in een komende fase geïntegreerd zijn in de website van de Academie voor de Eerste Lijn. Ze worden ook in e-learnings gegoten voor zowel actieve zorgverleners als zorgverleners in spe.
Kan de apotheker hier gebruik van maken?
Zeker en vast. Het is beschikbaar voor alle zorgorganisaties, -verenigingen en -beroepen in de eerste lijn. Zelfs beroepen buiten de eerste lijn kunnen het gebruiken. Dit kan ook mogelijks in een volgende fase uitgebreid worden naar de gehele gezondheidszorg. We denken zelfs dat er een grote overlap bestaat tussen wat we hebben ontwikkeld op basis van de noden van de eerste lijn en de noden van de tweede lijn. We zijn er wel van overtuigd dat er bepaalde updates en aanpassingen nodig zijn om alle info bruikbaar te maken voor de hele zorgsector. Toch is het al volledig geoptimaliseerd voor alle eerstelijnszorgverleners, van apothekers en psychologen tot huisartsen en verpleegkundigen. Het mooie is dat je zo één toolkit hebt voor verschillende zorgberoepen waarmee de samenwerking beter gefaciliteerd kan worden.
Hoe zie jij de rol van de lokale huisapothekers in de interprofessionele zorgsamenwerking?
We zien een sterke demografische shift in de wereld. De vergrijzing van de bevolking en het lagere geboortecijfer waardoor een groter deel van de bevolking in proportie ouder zal zijn. Ook de gemiddelde patiënt die langskomt bij de huisapotheker wordt ouder en heeft andere zorg nodig dan bijvoorbeeld 50 jaar geleden. Een derde van de populatie heeft ook een chronische aandoening dat gepaard gaat met regelmatige medicatie en polymedicatie. Eén zorgverlener is niet genoeg om alle noden van deze patiënten tegemoet te komen.
Daarnaast veranderen de verwachtingen van de patiënt. Om hun levenskwaliteit te verbeteren moeten patiënten soms een grotere rol opeisen. Sommigen laten hun zorgverlener beslissen wat de beste acties zijn terwijl anderen liever zelf aan het stuur zitten. Het is dan ook aan de zorgverlener om een evenwicht te vinden tussen de autonomie van de patiënt en de juiste zorg. De rol van de apotheker hierin is belangrijk. Alle taken die ze vandaag uitvoeren worden daarin belangrijker en omdat andere zorgverleners niet alles zelf aankunnen, zal de rol van de apotheker ook wel moeten groeten. Het concept van de huisapotheker zie ik hier zeker als een troef.
Ik zie de apotheker bijvoorbeeld een rol opnemen in patiënteneducatie. Iedereen kan natuurlijk aan dokter Google vragen waar ze mee kampen, maar elke patiënt is anders. De apotheker kan dus hulp bieden bij de juiste zorg te zoeken. Daarnaast is er de controle over de medicatiegegevens van de patiënt en eventuele fouten eruit halen. Er is ook een mogelijkheid dat de apotheek kan uitgebreid worden met meerdere disciplines. Wie weet kunnen er in de toekomst ook andere disciplines aan de slag buiten de apotheker en de apotheekassistent.
Zijn er werkpunten aan de apotheeksector die volgens jou aangekaart kunnen worden?
Apothekers zijn cruciale spelers, zeer goed opgeleid en in staat om levens te redden. Toch is er aan iedereen iets te evalueren. Enerzijds zou ik voor de apotheeksector zelfreflectie aanraden, anderzijds erkenning van hun eigen capaciteiten. Je moet de vraag stellen of de huidige organisatie binnen de apotheek voldoende is om de capaciteit van de apotheek tot uiting te brengen. We verwachten veel van apothekers en dat moet in lijn zijn met deze capaciteiten. Dus er moet een gezond groeimarge zijn. Dat geldt ook voor het apotheekgebouw. Ik ben hier zelf al kritisch voor geweest. Want volgens mij heeft de apotheek niet altijd dezelfde evoluties en vooruitgang gemaakt als de opleiding voor de apotheker. Daar kan zeker nog veel aan verbeterd worden.
Mijn aanbevelingen zijn dus vrij simpel. Werk met andere disciplines samen, blijf de evolutie in de vaardigheden van de apotheker voortzetten. Kijk ook zeker naar hoe de apotheek zelf kan verbeteren. Investeer in de huisapotheker.
De Academie Voor De Eerste Lijn organiseert in samenwerking met VIVEL en het Fonds Dr. Daniel De Coninck de tweede editie van De Zomercursus. Verken met de uitdagingen van de organisatie van de eerstelijnszorg in Vlaanderen, laat je inspireren door goede praktijken uit de eerstelijnszones, onderzoek en onderwijs. Lees hier meer info.