16 okt 2025
E-learning
Eerste Lijn
Onderzoek
Opleiding
Preventie
Sensibilisatie

Eczeem, of dermatitis, is een chronische inflammatoire huidaandoening die wordt gekenmerkt door jeuk, roodheid en huiduitslag. In Europa varieert de prevalentie van eczeem van 10 tot 20% bij kinderen en van 2 tot 5% bij volwassenen. 

Hoewel de term ‘eczeem’ vaak als één geheel wordt gebruikt, bestaan er verschillende vormen, elk met hun eigen kenmerken en oorzaken. De meest voorkomende is atopisch eczeem, maar ook contacteczeem en seborroïsch eczeem komen frequent voor. In België heeft 1 op de 10 kinderen en meer dan 250.000 mensen in totaal last van atopisch eczeem.¹

Diagnose

Het stellen van de diagnose eczeem gebeurt op basis van het klinische beeld, waarbij zowel de aard als de lokalisatie van de huidafwijkingen een belangrijke rol spelen. Een goede differentiatie tussen de verschillende vormen van eczeem is essentieel om een gerichte behandeling te kunnen starten.

Atopisch eczeem (atopische dermatitis) is de meest voorkomende vorm en treft zowel kinderen als volwassenen. Het wordt vaak in verband gebracht met andere atopische aandoeningen zoals astma en hooikoorts. De huid is droog, jeukt en vertoont rode, ontstoken plekken, meestal op het gezicht, de nek, in de elleboog- en knieplooien en soms op de romp. Zowel erfelijke aanleg als omgevingsfactoren spelen een rol bij het ontstaan.

Het verloop van atopisch eczeem kan sterk variëren en wordt vaak ingedeeld in acute en chronische vormen. Bij een acute flare ontstaan plotseling rode, gezwollen en sterk jeukende plekken. Dit kan enkele dagen tot weken aanhouden en wordt vaak veroorzaakt door triggers zoals allergieën, huidinfecties of stress. Chronisch eczeem daarentegen ontwikkelt zich geleidelijk en blijft vaak langdurig aanwezig. Het kenmerkt zich door een verdikte huid, schilfering en soms blijvende pigmentveranderingen, vaak door herhaald krabben en wrijven. Atopisch eczeem kan zich acuut of chronisch voordoen. Bij een acute flare ontstaan plotseling rode, gezwollen en jeukende plekken, terwijl chronisch eczeem langdurig aanwezig blijft en zich uit in een verdikte, schilferige huid en soms blijvende verkleuringen.

 

NHG-Standaard Eczeem 2014, huidarts.com, umcutrecht.nl (geraadpleegd 14 juli 2024)​

Contacteczeem (contactdermatitis) wordt veroorzaakt door direct contact met irriterende stoffen of allergenen. Er bestaan twee vormen: irriterend contacteczeem, dat optreedt na blootstelling aan bijvoorbeeld schoonmaakmiddelen of chemicaliën, en allergisch contacteczeem, dat een immuunreactie veroorzaakt op allergenen zoals nikkel of latex. Contacteczeem is vaak gelokaliseerd op de handen en kan, afhankelijk van de blootstelling, zowel acuut als chronisch verlopen.

contactallergisch eczeem

https://www.huidziekten.nl/folders/nederlands/allergisch-contacteczeem.htm

Seborroïsch eczeem manifesteert zich vooral op huidzones met veel talgproductie, zoals de hoofdhuid, het gezicht (met name rond de neus en ogen) en de borst. Het veroorzaakt schilferige, rode plekken en jeuk. Bij baby’s wordt deze vorm vaak “berg” genoemd. De precieze oorzaak is onbekend, maar een overgroei van huidgisten speelt mogelijk een rol.²

 Seborroïsch eczeem: een veelvoorkomende huidziekte

https://www.cosmetique-totale.com/nl-be/blog/seborroisch-eczeem-een-veelvoorkomende-huidziekte/​

Behandeling

Eczeem is momenteel niet te genezen, en de behandeling richt zich op het onder controle houden van de symptomen. Enerzijds het verminderen van ontsteking, jeuk en roodheid, anderzijds het herstellen van de huidbarrière en het voorkomen van opflakkeringen. Een effectieve aanpak combineert basisverzorging met medicamenteuze therapie, afgestemd op de ernst en de vorm van het eczeem.

Basisbehandeling bestaat uit het dagelijks gebruik van crémes of zalven om de huid te hydrateren en te beschermen. Deze worden in de dermatologie emollientia of indifferente crèmes/zalven genoemd. Het vermijden van irriterende stoffen en allergenen is een belangrijke preventieve maatregel. Educatie over huidverzorging en het herkennen van triggers vormt hierbij een essentieel onderdeel van het zelfmanagement.

 

Huidtype​

Basis​

Droge huid​

Lipocrème​

AVA-crème​

Cetomacrogol crème​

Zeer droge huid​

AVA-crème​

Witte vaseline​

 

Medicamenteuze behandeling richt zich voornamelijk op het gebruik van topische corticosteroïden om ontsteking en jeuk te onderdrukken. De keuze van de sterkte is afhankelijk van de locatie en de ernst van de laesies. Correct gebruik, inclusief de juiste hoeveelheid volgens de vingertopmethode (FTU), en de juiste applicatiefrequentie, is van cruciaal belang. 

Eén FTU komt overeen met de hoeveelheid crème die uit een tube wordt geknepen vanaf de top van de wijsvinger tot aan het eerste buigkootje (ca. 0,5 g) en is voldoende om een huidoppervlak ter grootte van twee handpalmen in te smeren. Zie onderstaande tabel voor de aanbevolen hoeveelheden per lichaamsdeel. Bij actief eczeem wordt de huid meestal één keer per dag ingesmeerd. Na één tot twee weken is vaak al een duidelijke verbetering zichtbaar. Zodra de huid kalmeert, wordt een afbouwstrategie toegepast om terugval en bijwerkingen, zoals huidatrofie, te voorkomen. Een veelgebruikt schema is eerst dagelijks smeren totdat de aandoening verdwenen is, daarna de frequentie geleidelijk afbouwen door alternerend te smeren, en uiteindelijk over te gaan op een onderhoudsdosis van twee keer per week. Tijdens het afbouwen is het belangrijk de huid goed te verzorgen met emolliënten om de huidbarrière te versterken. In sommige gevallen kunnen daarnaast calcineurineremmers of antimicrobiële middelen worden ingezet, bijvoorbeeld bij secundaire infecties.

leeftijd/​

plaats van smeren​

gelaat en hals​

arm en hand​

been en voet​

romp voorkant​

romp achterkant​

hele lichaam​

gram per week​

1x daags smeren​

3-12 maanden​

1​

1​

1,5​

1​

1,5​

8,5​

30 gram​

1-2 jaar​

1,5​

1,5​

2​

2​

3​

13,5​

50 gram​

3-5 jaar​

1,5​

2​

3​

3​

3,5​

18​

65 gram​

6-10 jaar​

2​

2,5​

4,5​

3,5​

5​

24,5​

85 gram​

> 10 jaar​

2,5​

4​

8​

7​

7​

40​

140 gram

 

De huisarts stelt de diagnose, bepaalt het behandelschema en volgt het effect en eventuele bijwerkingen op. De apotheker vervult een belangrijke aanvullende rol door patiënten te informeren over het juiste gebruik van corticosteroïden en het correct afbouwen en het belang van dagelijkse basisverzorging. Daarnaast kan de apotheker helpen bij het verbeteren van therapietrouw en het ondersteunen van zelfmanagement.

Multidisciplinaire samenwerking en MFO

Dit alles maakt dat de behandeling van patiënten met eczeem een complex gegeven is. Naast de medische aanpak spelen educatie, huidverzorging en het voorkomen van opflakkeringen een cruciale rol. Het is dan ook duidelijk dat de zorg voor deze patiënten niet langer monodisciplinair kan worden benaderd. Elke zorgverlener – van apotheker, tot huisarts en dermatoloog– draagt een specifieke verantwoordelijkheid binnen zijn eigen expertisegebied. De apotheker kan in de eerste plaats een OTC-behandeling opstarten en niet-medicamenteuze adviezen verlenen. Wanneer deze behandeling onvoldoende aanslaat kan er worden doorverwezen naar de huisarts, die op zijn beurt ook over een bepaald arsenaal aan geneesmiddelen beschikt die kunnen worden voorgeschreven. In deze fase staat dan vooral therapietrouw centraal. Wanneer ook dit onvoldoende blijkt, kan worden doorverwezen naar de dermatoloog, die dan tweedelijnsmedicatie kan opstarten. 

De meerwaarde van een multidisciplinaire samenwerking ligt in het bundelen van kennis en vaardigheden, het bieden van onderlinge ondersteuning en het gezamenlijk dragen van verantwoordelijkheid voor het behandelresultaat. Binnen het Medisch-Farmaceutisch Overleg (MFO) kan de lokale samenwerking tussen huisarts en huisapotheker concreet vorm krijgen en worden versterkt.

Tijdens deze overlegmomenten is er ruimte om de meest recente richtlijnen rond de behandeling van eczeem te bespreken, waaronder:

  • het juiste gebruik en de afbouw van corticosteroïden,
  • het inzetten van indifferente crèmes
  • en het optimaliseren van therapietrouw. 

Daarnaast kan aandacht worden besteed aan educatie over triggerfactoren, seizoensgebonden klachten en strategieën om opflakkeringen te beperken. Zo wordt de patiënt niet alleen behandeld, maar ook actief ondersteund in het zelfmanagement van zijn aandoening.

 

Casus

Marie, 23 jaar, komt naar de apotheek met een voorschrift van haar huisarts voor hydrocortisonacetaat 1% crème, 15 gram, voor de behandeling van een acute huidreactie. Ze vertelt dat ze sinds twee weken last heeft van roodheid, jeuk en licht schilferende plekken op haar onderarmen en jukbeenderen. Marie weet wel dat het om eczeem gaat, maar is onzeker over hoe vaak en hoe lang ze de crème mag gebruiken, en of het kwaad kan om die op haar gezicht aan te brengen.

In haar medicatiehistoriek staan enkel orale anticonceptie (ethinylestradiol/levonorgestrel 30/150 mcg) en geen eerdere dermatologische behandelingen. Er is geen gebruik van nieuwe cosmetica of huidproducten, maar ze geeft aan veel stress te ervaren door de komende examens.

Na telefonisch contact met de huisarts blijkt dat er geen aanwijzingen zijn voor een infectie of systemische klachten. De vermoedelijke oorzaak is een stress-gerelateerde flare van constitutioneel eczeem of een eczeemachtige reactie zonder duidelijke externe trigger. De huisarts heeft gekozen voor een kortdurende kuur met een milde topische corticosteroïde, in combinatie met huidverzorgingsadvies.

Omdat Marie vragen heeft over toepassing en duur, besluit u later die week opnieuw contact op te nemen met de huisarts om de situatie en therapieopvolging samen te bespreken.

Aandachtspunten

  1. Diagnose en behandeldoel

Het klinische beeld bij Marie (roodheid, jeuk, verdikking en lichte schilfering, zonder tekenen van infectie) past bij een eerste episode van constitutioneel eczeem of een eczeemachtige reactie. Doel van de behandeling is snelle jeukreductie, herstel van de huidbarrière en het voorkomen van krabeffecten die tot infectie kunnen leiden.

Omdat het een eerste episode is bij een jonge, verder gezonde patiënt, wordt gekozen voor een milde corticosteroïde (hydrocortisonacetaat 1%) in korte kuur, met snelle afbouw na verbetering. Dit minimaliseert het risico op huidatrofie, vooral in het gezicht.

  1. Therapie en gebruiksinstructies

Topicale therapie:

  • Hydrocortisonacetaat 1% crème
    • Armen: 3 FTU per arm → totaal 6 FTU
    • Gezicht: 2,5 FTU
    • Totaal: 8,5 FTU per applicatie
  • Frequentie: 2×/dag aanbrengen gedurende 3–5 dagen
  • Afbouw: bij duidelijke verbetering verlagen naar 1×/dag en volledig stoppen binnen 1–2 weken

Juiste instructies voor gebruik 

Symptomatische ondersteuning:

  • Cetirizine 10 mg indien hinderlijke jeuk, vooral ’s nachts
  • Kortdurend gebruik, evalueren effect

Huidverzorging

Was de huid niet overmatig en gebruik alleen lauw water. Breng minstens twee keer per dag een ongeparfumeerde, hydraterende crème aan om de huidbarrière te ondersteunen. Gebruik geen cosmetica op de aangedane zones. Omdat de huid door eczeem en het gebruik van corticosteroïden dunner en gevoeliger voor zonlicht kan zijn, is het belangrijk zonlicht te vermijden en een brede-spectrum zonnebrandcrème (SPF 30 of hoger) te gebruiken op blootgestelde huiddelen.

  1. Rol van de apotheker bij eczeembehandeling:

  • Educatie over de juiste hoeveelheid crème (FTU-methode)
  • Uitleg van het afbouwschema om abrupt stoppen te voorkomen
  • Waarschuwing voor overmatig gebruik op het gelaat
  • Aanbevelen van geschikte emollientia (bijv. cetomacrogolcrème)
  • Bespreken van wasadvies (milde syndet of zonder zeep)
  • Controleren van therapietrouw, vooral bij kortdurende kuren
  • Bij herhaalde afleveringen nagaan of eczeem chronisch wordt en terugkoppelen naar huisarts

Conclusie voor Marie

De behandeling is gericht op het snel onder controle krijgen van de klachten en het herstellen van de huidbarrière. Goede uitleg over gebruik en afbouw van corticosteroïden is essentieel, vooral bij gebruik op het gelaat. Marie heeft baat bij duidelijke huidverzorgingsadviezen en een laagdrempelige opvolging door zowel huisarts als apotheker. In het kader van een MFO kunnen dergelijke casussen bijdragen aan betere communicatie en een uniforme aanpak in de eerste lijn. 

Meerwaarde samenwerking huisapotheker en huisarts

Binnen een Medisch-Farmaceutisch Overleg (MFO) kan de casus van Marie gebruikt worden om afspraken te maken over een uniforme aanpak van eczeem.

Belangrijke aandachtspunten zijn:

  • Doorverwijzing: snelle uitbreiding, infectie of therapieresistentie.
  • Corticosteroïden gelaat: juiste sterkte, hoeveelheid en afbouw uitleggen.
  • Over- en ondergebruik voorkomen: afstemming huisarts–apotheker en controle therapietrouw.
  • Psychosociale begeleiding: ondersteuning bij stressgerelateerde huidproblemen, educatie en zelfmanagement.

Zo wordt de zorg gecoördineerd, effectief en patiëntgericht.

Extra aandachtspunt (voor bespreking in MFO)

Wat als Marie onvoldoende verbetering ervaart en terugkomt naar de apotheek voor een extra tube?

  • OTC is Cremicort® (hydrocortisonacetaat 1% crème, 30 g).
  • Apothekers kunnen dit zonder voorschrift afleveren, maar dit kan leiden tot langer of foutief gebruik, zeker bij gebruik in het gelaat.
  • Hoe willen artsen en apothekers hier samen afspraken over maken?
    • Wanneer wel/niet OTC afleveren?
    • Hoe terugkoppelen naar de huisarts bij herhaald gebruik?
    • Welke rol voor patiënteneducatie bij OTC-aflevering?

 

Ja, ik wil een lokaal MFO organiseren!

Ben je overtuigd van de noodzaak om beter samen te werken? Wil je zelf een lokaal MFO organiseren? Super, maar wat moet je nu allemaal in orde brengen? 

  1. Financiële ondersteuning aanvragen voor jouw lokaal MFO-project bij het RIZIV via het aanvraagformulier (tot € 2500) terug te vinden op https://www.riziv.fgov.be/nl/themas/zorgkwaliteit/geneesmiddelen/medisc…
  2. Voorbereiden van de logistieke aspecten (zaaltje, uitnodiging, datum…)
  3. De avond inhoudelijk voorbereiden met een huisarts, huisapotheker en (externe) moderator

Om jullie MFO-project inhoudelijk in goede banen te leiden, is er een presentatie voorhanden. Daarnaast raden we aan om met een externe, getrainde moderator te werken.

Nog wat tips…

  • Een MFO organiseren vergt wat voorbereiding, en er is een handige checklist beschikbaar. Zo vergeet je geen stappen!
     
  • Hulp nodig? Contacteer zeker je lokale beroepsvereniging, want ze helpen jou van A tot Z met de organisatie van het MFO-project. Zowel de administratieve, logistieke, als de inhoudelijke kant.
     
  • Een MFO-project moet ‘lokaal’ zijn. Daarom raden we aan om de groep niet té groot te maken. Een deelnemersaantal van ongeveer 15 – 25 personen (verdeeld onder huisartsen en apothekers) is ideaal. Drie of vier 
    apotheekteams (ja ook adjunct-apothekers zijn meer dan welkom!) in samenwerking met enkele groepspraktijken is al een mooie start!
     
  • Een MFO is geaccrediteerd voor apothekers in Domein B, voor vier punten. 
     
  • Je kan voor het lokaal MFO-project tot € 2500 financiële ondersteuning ontvangen van het RIZIV, om samen met de huisartsen uit de buurt, de zorg te verbeteren.
     

Interesse? Mis de train-the-trainer dermatologie op 22 oktober niet!

*Neem zeker een kijkje op www.medischfarmaceutischoverleg.be voor alle laatste info!

Contact: silas.rydant@meduplace.be 

Auteur: Aprs. Nilgün Kizilmese & Silas Rydant

 

  1. https://www.eczemanet.be/nl#:~:text=In%20Belgi%C3%AB%20heeft%201%20kind,van%20pati%C3%ABnten%20en%20hun%20omgeving.
  2. https://www.huidarts.com/huidaandoeningen/eczeem/
  3. Sudeshika T, Naunton M, Peterson GM, Deeks LS, Guénette L, Sharma R, Freeman C, Niyonsenga T, Kosari S. Interprofessional Collaboration and Team Effectiveness of Pharmacists in General Practice: A Cross-National Survey. Int J Environ Res Public Health. 2022 Dec 26;20(1):394. doi: 10.3390/ijerph20010394. PMID: 36612716; PMCID: PMC9819811.
  4. National Institute for Health and Care Excellence (NICE) (2023). "Guidelines for Management of Eczema and Psoriasis in Primary Care." Retrieved from: NICE website