De publieke officina-apotheker is vandaag gekend als zorgverlener door patiënten, media, overheden en zelfs rechters. Terecht, want de troeven van de apotheker zijn de nabijheid, laagdrempeligheid en een sterke vertrouwensrelatie met de patiënt. De apotheker beschikt over uitgebreide kennis van geneesmiddelen, hun samenstelling, bijwerkingen en correct gebruik. Hij begeleidt patiënten bij het zelf toedienen van medicatie, geeft farmaceutisch advies, werkt aan preventie en speelt een centrale rol in de eerste lijn, en kan verbinden met de tweede lijn.
Het beroep van de apotheker is volop in ontwikkeling, ook vanuit juridisch perspectief.
VAN DE ACTIVITEITEN VAN ARTSENIJBEREIDKUNDE…
Al decennialang is de apotheker bevoegd voor handelingen van artsenijbereidkunde (ofwel farmacie). Maar de activiteiten die hij mag stellen, worden pas sinds midden 2016 genoemd in de wet. Deze lijst bevat onder meer het bereiden, het verstrekken van geneesmiddelen, het verstrekken van informatie en advies over het juiste gebruik en de rapportering van bijwerkingen. Daarnaast omvat het de begeleiding van patiënten die hun medicatie zelf toedienen en deelname aan gezondheidscampagnes. Dit zorgt voor basis- en voortgezette farmaceutische zorg.
De essentie van dit bevoegdheidspakket was uiteraard al langer gekend. Elke patiënt wist al jaren dat de apotheker advies geeft over medicatie en mogelijke interacties, maar de wetgeving biedt nu meer zekerheid over de omvang van deze dienstverlening.
… OVER MEDICATIEREVIEW …
De laatste tijd groeit het besef bij overheden en zorgverleners dat die kennis en kunde van de apotheker breder ingezet kan worden om medicatiegebruik en therapietrouw te optimaliseren. Wanneer een patiënt uit het ziekenhuis komt en niet precies weet welke nieuwe medicatie de oude vervangt, of wanneer er interacties tussen geneesmiddelen vermeden moeten worden, is hij bij de apotheker aan het juiste adres. De apotheker maakt het medicatieschema op of past het aan waar nodig.
Om de zorgcontinuïteit te bevorderen, wordt in bepaalde regio’s sterk ingezet op de enveloppe-actie. Deze enveloppe bevat de “ziekenhuismedicatie” en het medicatieschema, die via de patiënt aan de apotheker worden doorgegeven. Hoewel dit systeem een cruciaal initiatief is zolang digitale doorgifte van informatie nog niet standaard is, zou een elektronische uitwisseling van medicatieschema’s een grote stap vooruit zijn.
Het delen van medicatieschema’s moet idealiter in beide richtingen gebeuren, dus zowel voor als na een ziekenhuisopname. Wijzigingen moeten traceerbaar zijn, zodat duidelijk is wie wat heeft aangepast en wanneer. Dit zou de verantwoordelijkheid van elke zorgverlener verduidelijken en juridische onzekerheden wegnemen. Terecht dringt ook VAN daarop aan. De voordelen zijn immers legio: de zorgkwaliteit zal vooruitgaan, schadegevallen zullen beter vermeden kunnen worden, het zorgsysteem zal ontlast worden, etc.
… TOT PREVENTIE
Op vlak van preventie kan de apotheker eveneens een meerwaarde bieden. Elke doorsnee apotheker ziet immers dagelijks meer patiënten dan een huisarts, en bovenal, veel patiënten die geen huisarts hebben. Tijdens de COVID-19-pandemie werd de rol van de apotheker in de promotie van vaccinatie duidelijk, waarbij hij patiënten wees op de voordelen van een COVID-19-vaccinatie en zo bijdroeg aan het verhogen van de vaccinatiegraad.
Maar zelfs in niet-pandemie tijden, zetten apothekers dagelijks in op preventie, bijvoorbeeld door rookstopbegeleiding, door zelfmoordpreventie, door patiënten aan te raden te bewegen of hun huid te laten screenen op huidkanker, etc. De apotheker is dus al lang niet louter reactief optredend meer, maar een cruciale spil in de eerstelijnspreventie. En dat mag erkend én gehonoreerd worden, want het leidt tot performantere zorg.
FOCUS OP ZORG
Naast medicatie biedt de apotheek ook medische hulpmiddelen, voedingssupplementen en cosmetica aan. Hoewel dit soms bijdraagt aan het onterecht beeld dat de apotheek slechts een “winkel” is, is de realiteit anders. Dat beeld wordt zelfs soms tot in de rechtbanken naar voren gebracht, -geloof het of niet- zelfs door apothekers of hun raadslieden wanneer dat in hun “juridisch kraam” past. Ook de media waren wel eens in hetzelfde bedje ziek. Tijdens de COVID-19-pandemie en (semi-)lockdowns hoorde of las je wel eens dat “grootwarenhuizen, apotheken en andere winkels open blijven”. Dat is frustrerend.
Het Grondwettelijk Hof heeft echter op 1 juli 2021 bevestigd dat de apotheker steeds zorg levert, ongeacht wat hij aflevert. Ook als hij enkel advies geeft, zelfs over parafarmaceutische producten, is hij nog steeds een zorgverlener. Dit is een belangrijke erkenning van de apotheker als zorgverlener en bevestigt dat hij meer is dan een gewone handelaar.
Dit heeft juridische gevolgen, want het betekent dat elke handeling van de apotheker niet alleen vanuit economisch perspectief moet worden bekeken, maar ook als een zorgprestatie. De apotheker is inderdaad een ondernemer, maar ook altijd een zorgverlener. Daarom gelden voor de apotheker andere juridische regels dan voor een parafarmacie of winkel, vooral als het gaat om zaken als reclame.
Zijn die regels strenger? Volgens sommigen voelt dat misschien zo aan. Juister is het om te stellen dat de regels waaraan de apotheker zich moet houden, geënt zijn op de zorgcontext. Ze houden rekening met de zorgrol die de apotheker ten allen tijde opneemt, en zijn dus een concretisering of vertaling van de algemenere economisch-rechtelijke normen.
Bij juridische kwesties moeten specifieke normen voor de zorgsector en apotheken worden meegenomen. Zo heeft de patiënt altijd het recht om zijn zorgverlener vrij te kiezen, inclusief zijn apotheker. Daarnaast zijn er spreidingsregels voor apotheken, bedoeld om een evenwichtige toegang tot zorg te garanderen. Al deze specifieke normen maken dat je de apotheker niet gewoon kan gelijkschakelen met een commerçant, of dat je een contractuele discussie tussen apothekers bijvoorbeeld over het afwerven van patiënten, niet op zelfde wijze kan beoordelen als ware het twee winkeliers die ruzie maken.
NIEUWE BEVOEGDHEDEN
De komende jaren zal de apotheker een grotere zorgrol kunnen opnemen. Althans zolang er wordt verdergegaan op de ingeslagen weg geplaveid met de stenen gebeiteld door de beroepsverenigingen. Nieuwe bevoegdheden dienen zich aan.
In juni 2021 kreeg de apotheker op zowel federaal als deelstatelijk niveau nieuwe verantwoordelijkheden. Hij kon in de vaccinatiecentra de rol van farmaceutisch expert opnemen. Eén van de pandemiewetten van 2021 liet hem toe om buiten de officina medicatie voor te bereiden in het kader van de profylaxecampagnes tijdens de COVID-19-pandemie. Ook handelingen van farmaceutische zorg mochten buiten de apotheek uitgevoerd worden, wat normaal enkel in de apotheek mocht. Dit beperkte zich echter tot de pandemiewet.
De bevoegdheden van de apotheker werden verder uitgebreid tijdens de COVID-19-pandemie. Sinds enkele jaren heeft hij ook de mogelijkheid om medische handelingen uit te voeren, zoals snelle antigeentesten voor COVID-19, dankzij een Koninklijk Besluit van juli 2021. Intussen werd dit sinds medio 2023 ook als reguliere bevoegdheid ingeschreven in de wet.
Vanaf oktober 2021 mocht de apotheker voor elke patiënt een voorschrift afleveren voor een griepvaccin. Dit was al eerder mogelijk tijdens het griepseizoen van 2020-21, maar nog niet voor alle patiënten.
En de opstap naar meer… De COVID-19-crisis liet de wetgever beseffen dat de apotheker als eerstelijnszorgverstrekker het vertrouwen heeft van tal van patiënten. Elke dag komen er immers een 500.000tal personen langs in de pakweg 4.750 Belgische apotheken. Vandaar kreeg de apotheker begin 2022 wettelijk de bevoegdheid om patiënten te vaccineren tegen COVID-19, mits het volgen van een opleiding. Hij mag ook een voorschrift afleveren en, indien nodig, adrenaline toedienen in geval van een anafylactische shock. Dit volgt het voorbeeld van vele apothekers wereldwijd. In februari 2024 bevestigde het Grondwettelijk Hof de vaccinatiebevoegdheid van de apotheker.
Terecht werd de wetgever overtuigd om daar een vervolg aan te breien. De bevoegdheid om te vaccineren tegen griep kwam er effectief bij in het najaar van 2023. Dit mede dankzij de niet aflatende inzet van de beroepsverenigingen en de belangenverdediging die zij dagelijks opnemen bij de bevoegde overheden.
EXTRA MUROS
De pandemie creëerde de mogelijkheid voor de apotheker om zorg te bieden buiten de apotheek, bijvoorbeeld in vaccinatiecentra of mobiele satellieten. In 2021 werden extra muros-activiteiten officieel toegelaten, mits vermeld in de vergunning van de apotheek. Dit betreft twee soorten locaties.
Eerst en vooral is er het pand op het aan de apotheek aanpalend perceel. Daar mogen alle activiteiten plaatsvinden, behalve de fysieke aflevering van geneesmiddelen. Dat is uiteraard dé oplossing voor de kleinere apotheek. Die kan daar dan bv. zijn magistrale en officinale bereidingen maken, het vertrouwelijke gesprek met de patiënt voeren, sneltesten afnemen, vaccineren, etc.
Ten tweede kan de apotheker op een verder gelegen perceel geautomatiseerde individuele medicatievoorbereiding organiseren of OTC-medicatie online verkopen. Deze locatie moet binnen een straal van 50 km van de apotheek liggen. De apotheker die zich wil focussen op de farmaceutische zorg zat misschien niet te wachten op deze laatste extra murale mogelijkheid. Maar als deze al jaren her en der een gedoogde realiteit blijken te zijn, en je ze niet gaat vervolgen, kan je ze maar beter reguleren. Alleen dan kan je controle uitoefenen om zo toch de kwaliteit van de afgeleverde producten en de zorg te garanderen.
SPREIDING
Deze regulering van extra muros activiteiten kwam gelijktijdig met nieuwe spreidingsregels, zoals aangekondigd in het Meerjarenkader van 2017 en van kracht sinds eind 2021. Deze nieuwe regels zijn objectiever dan vroeger. Natuurlijk zullen ze niet door elke apotheker op applaus onthaald worden als ze toelaten dat er in de buurt een apotheek bijkomt, of als ze de overbrenging waarvan al jaren gedroomd wordt, niet meer toelaten of duurder maken. Maar globaal gezien, los van een welbepaalde situatie, is de wetgeving objectiever en laat ze minder ruimte voor interpretatie.
De nieuwe spreidingsregels zijn bedoeld om het aantal, voornamelijk tijdelijk gesloten, apotheken in België te verminderen door fusies te stimuleren en de maximale duur van tijdelijke sluitingen drastisch te verkorten. Ze beogen zo niet alleen een betere geneesmiddelenbedeling, maar ook de economische leefbaarheid van apotheken. Het is echter niet de bedoeling om kleinere apotheken onleefbaar te maken of te laten verdwijnen, integendeel.
ZELFEVALUATIE EN EXTERNE AUDIT
En de publieke officina sector neemt zijn eigen verantwoordelijkheid op. De kwaliteit wordt door een tweeledige autocontrole bewaakt.
Medio 2023 wordt de zelfevaluatie in een nieuw jasje gestoken. De verplichting om geregeld een zelfevaluatie uit te voeren, bestaat sinds 2009, maar werd niet altijd nageleefd. De regels zijn nu duidelijker. De zelfevaluatie moet nu jaarlijks gebeuren volgens een procedure en vragenlijst. Wees gerust, je hoeft deze niet zelf op te maken. Ze worden aangereikt door jouw beroepsvereniging. Je moet deze zelfevaluatie ook kunnen aantonen. De procedure, de ingevulde vragenlijst, de lijst van verbeterpunten en de timing waarbinnen er gevolg aan gegeven wordt, worden daarom bewaard in het kwaliteitshandboek van de apotheek.
Daarnaast zal de sector de zorgkwaliteit binnen de officina zelf screenen door middel van een systeem van externe audits. Onafhankelijke auditeurs, opgeleid binnen de sector, zullen de eerste keer binnen de vijf jaar, en vervolgens vierjaarlijks, de naleving van de aanbevelingen uit de Gids voor Goede Officinale Farmaceutische Praktijken evalueren. Deze screening gebeurt aan de hand van een vragenlijst, met als doel het apotheekteam bewust te maken van mogelijke verbeterpunten. Na de audit volgt de implementatie van deze verbeteringen, waarbij de nodige acties en timing voor uitvoering worden vastgelegd. En ja, ook het auditrapport en de beschrijving van de doorgevoerde verbeteringen moet je bewaren in het kwaliteitshandboek.
Het is waar: die zelfevaluatie en externe audit leveren meer werk op. Maar bovenal dienen ze om te leren en om vooruit te gaan, niet om enige sanctie op te leggen. En vanuit een juridisch perspectief verdient de publieke officina-sector daarvoor alvast een pluim, ook al was deze misschien geen vragende partij. Apothekers kunnen deze autocontrole gebruiken om hun kwaliteitsvolle handelen aan te tonen, bijvoorbeeld na een klacht bij de Orde der Apothekers of de federale Toezichtcommissie, die toeziet op het respecteren van de Kwaliteitswet. Dit komt ook ten goede aan de patiënten, omdat het de kans op fouten verkleint.
MEER ERKENNING
De toegenomen verantwoordelijkheden van de apotheker, zijn activiteiten buiten de publieke officina, en de eigen kwaliteitscontrole binnen de sector dragen bij aan de groeiende erkenning van de apotheker. Hij wordt steeds meer erkend als zorgverlener, farmaceutisch expert, en als spilfiguur in de multidisciplinaire eerste lijn, die ook verbinding maakt met de tweede lijn. Deze erkenning komt vanuit de bevoegde overheden, patiënten, andere zorgverleners, en de media.
Of is het omgekeerd en ligt de groeiende erkenning aan de basis van die uitbreidende zorgrol? Feit is dat het ene het andere versterkt. Kiezen voor de publieke officina is kiezen voor een beroep in evolutie, voor uitdagingen, voor het dagelijks verhogen van de gezondheid van patiënten.
Maar het mag altijd nog wat meer zijn. Terecht pleit VAN voor een verdere erkenning van de zorgrol van de apotheker, niet in het minst op het gebied van preventie. Ook verdient de intra- en interprofessionele samenwerking die op het terrein meer en meer vorm krijgt, zowel op de eerste lijn als in verbinding met de tweede lijn, wel wat meer overheidssteun.
Ann Dierickx
Advocaat-partner Dewallens & partners
Gasprof. Farmaceutische Wetgeving en Deontologie, Faculteit Farmacie UA