23 jun 2021
COVID-19
Eerste Lijn
Interview
Partner
Image
VBVD

Je kan bij diëtisten voor veel meer terecht dan enkel dieetadvies. Ze geven begeleiding voor voeding bij ziekte en allergie, voor alle levensfasen, tijdens zwangerschap, sport en uiteraard ook voor (herstellende) COVID-patiënten. Je kan de diëtist in veel verschillende teams terugvinden. Ze zijn zich dan ook zeer bewust van de pandemiemaatregelen en moesten zich in al deze teams sterk aanpassen.

De Vlaamse Beroepsvereniging van Diëtisten (VBVD) hebben hun leden daarin sterk ondersteund. We spraken met 3 medewerkers en bestuurders over hoe dit precies in zijn werk ging.

Rian van Schaik, hoofddiëtist AZ Sint Lucas Brugge en voorzitter VBVD.

Nathalie De Jonge, zelfstandig diëtist, diabeteseducator en projectmedewerker eerste lijn van de VBVD.

Jolien Kennis, zelfstandig diëtist en coördinator-diëtist bij VBVD.

 

Hoe gaan diëtisten dagelijks te werk met de coronamaatregelen? Wat was volgens jullie de grootste uitdaging die de crisis voor jullie meebracht? 

Jolien: De rol van de vereniging stond plots extra in de verf tijdens de coronacrisis. De leden keken naar ons om hen door de pandemie te gidsen en professioneel te ondersteunen. We stuurden talloze updates aan zowel leden als niet-leden over de nodige maatregelen en over de financiële tegemoetkomingen. We maakten ook een draaiboek voor een veilige heropstart van de privépraktijk nadat de deze tijdens de eerste golf op een zeer laag pitje draaiden. Bovendien werden er groepsaankopen opgestart voor mondmaskers, ontsmettingsalcohol, spatschermen en dergelijke.

We merken dat de diëtist zich zeer bewust is van de maatregelen en de werking aanpast aan de situatie, bijvoorbeeld door meer pauzes bij de consultaties in te lassen zodat er tijd is om te verluchten, te ontsmetten en zodat de wachtruimte nooit vol loopt.

Rian: We moesten zo veel mogelijk onbesmet blijven en de juiste afstand houden omdat we gewend zijn veel samen te werken binnen het ziekenhuis. Er waren eerst niet voldoende beschermingsmiddelen en regelmatig raakten collega’s besmet, dus was er minder personeel beschikbaar.

Het was ook moeilijk om patiënten in het ziekenhuis te behandelen omdat we plotseling op afstand moesten werken. We mochten een tijd lang ambulante patiënten niet ontvangen. We kregen te daarnaast weinig doorverwijzingen, zeker van de ernstig zieke Covid patiënten. Terwijl juist zij voedingsadvies op maat nodig hebben vanwege extreem gewichtsverlies, spierverlies, smaak- en geurverlies en extreme moeheid. Er waren dagelijks aanpassingen om de zorg van de toenemende COVID-patiënten aan te kunnen.

 

Op welke manieren staan diëtisten de vaccinatiestrategie bij? Hoe verloopt dit voor zover?

Jolien: Diëtisten staan als eerstelijnszorgprofessional dicht bij de burger en kunnen bezorgdheden over vaccinatie aftoetsen en zo de burger hierover geruststellen. Daarnaast hebben de diëtisten al minstens één prik gekregen. Daarover kunnen ze alvast hun enthousiasme uiten wat hopelijk de patiënt ertoe zal bewegen om ook om zijn of haar vaccin te gaan.

 

Hoe kunnen diëtisten en apothekers nog zoal samenwerken als zorgverleners, buiten Covid-19? Zie je dit evolueren naar de toekomst toe?

Nathalie: Studenten Farmaceutische Wetenschappen komen vaak in contact met een diëtist tijdens de opleiding. De eindstage vraagt om een dag bij een eerstelijnszorgverstrekker mee te volgen. De praktijk van de diëtist staat hier zeker voor open. Er zijn heel wat zorgvragen waar de apotheker mee te maken heeft, waarbij de diëtist kan helpen. Bijvoorbeeld bij patiënten die vragen naar vermageringssupplementen of -preparaten kan de apotheker inschatten of extra professionele begeleiding op zijn plaats zou zijn voor gezonde resultaten.

Rian: Ik ben onder meer gespecialiseerd in Intensieve Zorgen en werk daarmee goed samen met de apotheker van de teams in ons ziekenhuis. We stellen samen met de artsen en het klinisch nutritieteam de inhoud op van de aanbesteding voor bij- en drinkvoeding en parenterale voeding.

We overleggen met apothekers over de samenstelling van diverse micronutriënten op de markt en de juiste toediening ervan. We overleggen ook over kindervoeding en in het kader van allergieën. 

We vragen bij de apotheek naar verbruikscijfers van patiënten tijdens opname zodat we de gebruiksevolutie kunnen volgen. Tenslotte bespreken we vaak de aanschaf en het testen van toedieningsmaterialen voor patiënten met sondevoeding. 

We werken dus zeer goed multidisciplinair samen.