Jeremie Vaneeckhout, Covoorzitter Groen en Vlaams Parlementslid, zal binnenkort een bezoek brengen aan de apotheek van David Vergucht om kennis te maken met de moderne apotheek. Er zal ook besproken worden hoe de overheid de apotheker kan bijstaan in de zorg voor patiënten met kanker. David heeft zelf een moeilijke strijd met kanker achter de rug en zal dus een uniek inzicht geven in de preventie en begeleiding. Hij kijkt alvast uit naar het bezoek.
We vroegen David wat hij precies verwacht en welke verbeteringen hij zou voorstellen in kader van zorg voor kanker. Hij gaf ons recentelijk ook een diepgaande getuigenis over zijn persoonlijke ervaringen als apotheker en patiënt. Lees hier zijn getuigenis.
Wat is precies de bedoeling van het bezoek van Jeremie? Wat is er gepland?
Jeremie zal de werking van een apotheek leren kennen, wat we doen en wat de mogelijkheden zijn. Hij krijgt weliswaar een correct beeld van de moderne apotheek. We zullen spreken over het belang van Farmaceutische Zorg, over nieuwe diensten in de apotheek zoals medicatienazicht, thuislevering, digitale en technische ondersteuning. We gaan dieper in op het vaccinatiebeleid, de rol van de apotheker in de zorgraden en hopelijk nog veel meer.
Hoe zou de Vlaamse overheid volgens jou de preventie en behandeling van kanker kunnen bijstaan of verbeteren?
Op vlak van preventie van kanker is een enorme gezondheidswinst te boeken. We zijn op de goede weg, al is er nog veel marge voor verbetering. Om actief aan preventie te doen, moet je zo breed mogelijk gaan en gericht alle kanalen benutten die de burger kunnen aanspreken. Dat kan perfect in de apotheek met wat populatiemanagement. Is investeren in een incentive voor apothekers wanneer zij actief spreken over dergelijke onderzoeken misschien een idee? Of gaan we beter voor de verdeling van stoelgangtests met persoonlijke, gerichte sensibilisering? Of we kunnen, zoals bij de COVID- en griepvaccinatie, nagaan of de vraag tot deelname goed werd ontvangen en twijfels bespreken. Velen onder ons zetten zich daar nu al voor in, jammer genoeg nog steeds gratis. Een kleine vergoeding zou alvast meer collega’s over de streep trekken.
De bevolkingsonderzoeken naar darmkanker, borstkanker, baarmoederhalskanker kunnen zeker nog beter ondersteund worden. Een algemene sensibiliseringscampagne kan helpen, maar heeft beperkingen. Het is meestal passief en vluchtig. Een persoonlijke aanpak heeft hier echt wel een meerwaarde. Via de apotheker en de (huis)arts, maar ook via organisaties die zich intensief bezighouden met specifieke preventie. Denk maar aan Stopdarmkanker bijvoorbeeld, die volledig afhankelijk is van giften en toch schitterend werk levert om de participatiegraad aan het bevolkingsonderzoek te verhogen.
Daarnaast is het verder ondersteunen van de eerstelijnszones noodzakelijk, maar ook het stimuleren en voorstellen van initiatieven die zij kunnen nemen. Zo kan de preventie breder gebracht worden door de hele eerste lijn. Uiteraard is ook wetenschappelijk onderzoek nodig, dus is het zeker ook noodzakelijk om ondersteuning te voorzien van universiteiten en onderzoekslabo’s.
Er is nog zoveel meer mogelijk. Het stimuleren van acties rond het medicatieschema, uitbouwen van een centraal patiëntendossier, het stimuleren van multidisciplinair overleg en een goede transmurale samenwerking waarbij men de apotheker niet vergeet om er maar enkele te noemen.
Wat zou je je collega apothekers aanraden indien ze meer willen inzetten op het helpen van kankerpatiënten?
Eerst en vooral luisteren. Proberen te begrijpen hoe het voor die mensen voelt, maar denk daarbij ook aan jezelf. Je zal merken dat die nood aan een luisterend oor er echt wel is, dat mensen je ook voor andere zaken gemakkelijker in vertrouwen zullen nemen. Maar ook jij kan niet alles aan, dus geef ook duidelijk je eigen grenzen aan.
Veel mensen hebben nog altijd een bepaalde schroom, dus soms zeggen ze het niet. Als je het te weten komt, probeer dan ook uit te leggen dat het echt wel belangrijk is dat je als huisapotheker alle medicatie helpt op te volgen. Doe ook even de moeite om alarmsymptomen op te zoeken, of mogelijke interacties met andere geneesmiddelen en zelfs voedingssupplementen. Verwijs indien nodig door.
Contact met lotgenoten kan voor sommigen ook helpen. Er zijn daarvoor tal van initiatieven die je kenbaar kan maken, zoals zelfhulpgroepen en praatcafés. Je eerstelijnszone kan je daar meer over vertellen.
En zoals ik al zei, zet in op preventie.