6 aug 2024
Communicatie
Eerste Lijn
Interview
Partner
Preventie
Sensibilisatie
Vaccinatie
Image
Babs De Cuyper.jpg

De zorgraden van de eerstelijnszones hebben, naast een aantal basistaken, enkele opdrachten die inspelen op de lokale situatie en context van de zorg binnen een eerstelijnszone. Onder meer tijdens de COVID-19-pandemie namen ze een aantal belangrijke taken op. In de dynamische eerstelijnszorg speelt ook de apotheker een steeds prominentere rol. In deze serie vragen we enkele apothekers actief in deze zorgraden naar hun motivatie om hieraan mee te werken, de lokale initiatieven die ze ondersteunen, welke uitdagingen ze daarbij krijgen en hoe de samenwerking verloopt.

Barbara De Cuyper, apotheker en lid van de zorgraad in de Eerstelijnszone Waasland NO, deelt haar ervaringen en inzichten over de uitdagingen en successen. Zij wil de apotheker meer positioneren als een volwaardige partner in het zorgteam. Ze benadrukt ook het belang van digitalisering en gegevensdeling voor een vlotte samenwerking.

Een zorgraad bestaat uit vier clusters van leden: een cluster Zorg, een cluster Welzijn, een cluster Lokaal Bestuur en een cluster Personen met een zorgnood (PZON). In de cluster Zorg ontmoeten zorgverleners elkaar en werken ze samen aan de gezondheidszorgaspecten. “Naast de zorgraad, komen we ook regelmatig bijeen met de cluster Zorg. Zo kunnen we samen pijnpunten bespreken en actieplannen opstellen om zo de zorg te verbeteren. We leren elkaar ook beter kennen en op die manier hebben we een aanspreekpunt als we dat nodig hebben”, aldus Barbara.

 

Begonnen met vaccins

Barbara's werk in haar lokale zorgraad begon tijdens de COVID-19-pandemie, een periode waarin er meer dan ooit nood was aan goede samenwerking in de zorg. "Ik ben in de zorgraad terechtgekomen via mijn functie als farmaceutisch expert in het vaccinatiecentrum in Beveren. Het was een groot centrum dat negen gemeenten bediende. Links en rechts had ik al wel eens gehoord van de zorgraad, maar ik wist nog niet goed wat de inhoud en het draagvlak ervan was," vertelt Barbara. In het voorjaar van 2022, toen de intensiteit van de vaccinatiecampagnes begon af te nemen, sloten de vaccinatiecentra en werden onder meer in lokale apotheken vaccins voorbereid en toegediend. “Gedurende enkele maanden hebben we vanuit onze apotheken honderden mensen gevaccineerd,” zegt Barbara trots. “Dit was geweldig en zorgde ervoor dat we al ervaring hadden met vaccineren in de apotheek.”

De connecties die Barbara binnen de zorgraad heeft opgebouwd, speelden ook een rol in deze overgang. “Zonder mijn rol in de zorgraad had ik dit niet naar de apotheek kunnen trekken. Door de connecties daar werd ons duidelijk dat het ons veel geld bespaart als we niet meer de zaal van het vaccinatiecentrum hoeven te huren en vrijwilligers hoeven in te zetten. In de COVID-periode was de zorgraad en de eerstelijnszone natuurlijk een belangrijk gegeven waar we als apotheker een grote rol hebben opgeëist en gekregen. Door deel uit te maken van de zorgraad, en kort nadien ook van het dagelijks bestuur, was ik toch nauwer betrokken bij de beslissingen die er genomen werden en dat had een positief effect op de vaccinatiecampagne en de samenwerking in de regio.”

Naast haar werk in de COVID-19 vaccinatiecampagne is Barbara tegenwoordig ook actief betrokken bij de jaarlijkse griepvaccinaties. “We hebben vorig jaar goed gevaccineerd en we gaan er dit jaar weer helemaal tegenaan,” vertelt ze enthousiast. “COVID-19 heeft ons een mooi opstapje geboden om andere zaken in de apotheek te kunnen doen.”

 

Samenwerking en erkenning

Een zetel in de zorgraad brengt ook uitdagingen met zich mee, volgens Barbara vooral in termen van tijdsinvestering en het vestigen van de apotheker als volwaardige partner in het zorglandschap. "We worden nog altijd als een evidentie beschouwd en niet altijd als een volwaardige partner die zeer dicht bij de patiënt staat en dus echt mee in het zorgteam dient opgenomen te worden", merkt ze op.

Volgens Barbara is deze erkenning van apothekers belangrijk voor een effectieve samenwerking in het zorgteam rond de patiënt. "Naar de patiënten toe lukt dat wel door medicatienazichten en andere diensten die we aanbieden, maar richting de artsen blijft het soms een hele uitdaging," legt ze uit. Ze haalt een voorbeeld van een MFO medicatienazicht naar boven waar sommige reacties van artsen teleurstellend waren. "Men was bezorgd dat ze tijd zouden moeten besteden aan onze opmerkingen en het reageren daarop", herinnert ze zich. "Wij proberen eigenlijk geen commentaar te geven, we willen het werk juist optimaliseren. Apothekers en artsen zouden echt op één lijn moeten staan over dergelijke zaken.”

Toch zijn er momenten waarop de samenwerking succesvol is. "Af en toe heb ik samen gezeten met een huisarts uit de buurt om specifieke patiënten te bespreken. Dit is niet echt een formeel medicatienazicht, maar wel nuttig om bepaalde moeilijkere gevallen door te nemen. Ik vind het geweldig als we dat kunnen doen." Een ander succesverhaal is het zorgpad voor osteoporose dat vorig jaar werd uitgerold in het Waasland. "We hebben een symposium georganiseerd waar ongeveer 140 eerstelijnszorgverleners aanwezig waren. We hebben samen een methode ontwikkeld om patiënten met osteoporose, ook wel botontkalking, te identificeren en door te verwijzen, zowel van de eerste naar de tweede lijn als omgekeerd en dit in samenwerking met het ziekenhuis. We hebben echt een team rond de patiënt gevormd om hen beter te helpen. Patiënten met osteoporose werden doorverwezen naar de apotheker voor een medicatienazicht om te kijken welke geneesmiddelen ze gebruiken, of ze calcium nemen, en of ze bijvoorbeeld medicatie zoals bv corticosteroiden gebruiken die nadelig kan zijn. Vervolgens koppelden we dit terug naar de huisarts, de kinesist en de diëtist.”

 

Digitalisering

De zorgraad van Waasland NO zet zich verder in op bijvoorbeeld transmurale zorg en proberen de kloof tussen ziekenhuizen en apothekers te dichten. “Ter vervanging van de Gele Doos, proberen we het digitaal zorglandschap in kaart te brengen om zo de burger te laten kennismaken met alle digitale tools in het zorglandschap. Onlangs had ik een overleg met Vitaz, het grootste ziekenhuis hier in het Waasland. Een snel resultaat daarvan was dat medicatieschema's nu zowel de specialiteitsnaam als de generische naam vermelden. Voorheen stond alleen de specialiteitsnaam erop, wat verwarrend was voor patiënten die thuis generieke medicijnen hadden. Het was een kleine IT-aanpassing, maar het helpt patiënten enorm om te begrijpen wat ze nemen."

Volgens Barbara zijn er echter nog grotere stappen nodig zijn op het gebied van digitalisering. "We moeten naar een gemeenschappelijk digitaal platform toe," zegt ze. "Dat is het grootste verlangen van elke apotheker, arts, specialist, enzovoort. We kunnen nooit een goed zorgteam vormen of een patiënt goed begeleiden zonder zo'n platform. Voor medicatie en medicatieschema's is dat essentieel." Bovendien vindt ze dat het delen van informatie zoals laboresultaten en samenvattingen van doktersbezoeken met alle eerstelijnszorgverleners een enorme verbetering zou betekenen. "Zonder toegang tot essentiële informatie kunnen we niet altijd optimaal werken. Bijvoorbeeld, nierfuncties zijn cruciaal voor doseringaanpassingen, maar apothekers hebben momenteel geen toegang tot die data."

Ondanks de uitdagingen in de organisatie en digitalisering blijft Barbara vastberaden en gepassioneerd over haar plaats in de zorgraad. "Ik denk wel dat ik nog lang door zal gaan met de zorgraad," zegt ze. "Ik doe dit werk graag. Het is belangrijk dat we ons blijven inzetten voor betere samenwerking en digitalisering om de zorg voor onze patiënten te verbeteren. Apothekers zijn altijd het eerste luisterend oor voor patiënten geweest. En ik hoop dat we nog stappen kunnen zetten naar meer waardering als onderdeel van het zorgteam rond de patiënt.