Farmacovigilantie, het proces van toezicht houden op de veiligheid van geneesmiddelen, is een belangrijk onderdeel van het apothekersberoep. Het doel is om bijwerkingen en andere risico’s van geneesmiddelen te identificeren en te melden aan de bevoegde instanties, zodat deze informatie gebruikt kan worden om de veiligheid van medicijnen te waarborgen. Toch blijft in de praktijk de rapportage van bijwerkingen door officina-apothekers soms achter, dat blijkt uit een recente masterthesis van Karine Hovhannisyan. Een tekort aan spontane meldingen kan leiden tot een onvolledig beeld van de veiligheid van geneesmiddelen. We spraken met Karine over dit onderzoek en wat we kunnen doen om de farmacovigilantie in Vlaanderen te verbeteren.
Door voldoende tijd te nemen en aandachtig luisteren naar de ervaringen van hun patiënten tijdens het gebruik van geneesmiddelen kunnen veel bijwerkingen worden ontdekt die anders niet zouden worden gemeld. Als alle gemelde bijwerkingen correct worden doorgegeven aan de bevoegde instanties, kunnen de bijsluiters accuraat worden aangepast en bijgewerkt. “De vermelde frequenties van bijwerkingen in een bijsluiter zijn gebaseerd op spontane meldingen, onder andere die binnenkomen via de apotheek,” legt Karine uit. " Het melden van bijwerkingen is nuttig voor zowel nieuwe geneesmiddelen waarvan we nog niet het hele spectrum aan bijwerkingen kennen, maar ook voor geneesmiddelen die al langer op de markt zijn.”
Kennis en tijd
Het onderzoek van Karine toont aan dat apothekers en studenten farmaceutische wetenschappen positief staan tegenover het melden van bijwerkingen, maar dat er een gebrek kan zijn aan praktische kennis en bewustzijn. Hoewel apothekers een grote rol spelen in het melden van bijwerkingen, blijkt uit de thesis dat veel van hen niet op de hoogte zijn van het feit dat zelfs bekende bijwerkingen gerapporteerd moeten worden. "De rol van de apotheker in het kader van farmacovigilantie wordt niet vaak genoeg benadrukt tijdens de opleiding farmaceutische wetenschappen," legt Karine uit. “Maar ook niet gedurende de permanente vorming van de apotheker. De thesis ontdekte bijvoorbeeld dat een groot deel van de deelnemende apothekers en masterstudenten niet wisten dat gekende bijwerkingen ook gemeld dienen te worden. Dit is heel nuttig om de frequentie van de bijwerkingen te bepalen en dus de patiënt correcte informatie te bezorgen.” Daarnaast blijkt tijdgebrek een grote hindernis te zijn. Apothekers geven aan dat de dagelijkse drukte in de apotheek het moeilijk maakt om meldingen van bijwerkingen te doen.
Voorstellen voor verbetering
Op basis van deze bevindingen stelt de thesis enkele suggesties voor om het probleem aan te kaarten. Zo beveelt Karine aan om farmacovigilantie meer aan bod te laten komen in de opleiding farmaceutische wetenschappen en in bijscholingen voor apothekers. Dit zou helpen om een beter inzicht te krijgen in de verantwoordelijkheid bij het melden van bijwerkingen.
Aangezien de opleiding farmaceutische wetenschappen aan de meeste Vlaamse universiteiten wordt opgesplitst in een master geneesmiddelenontwikkeling en een master farmaceutische zorg, lijkt het Karine het nuttigste om de focus te leggen op de master farmaceutische zorg. “Deze studenten zullen uiteindelijk hoogstwaarschijnlijk werkzaam zijn in de apotheek”, zegt ze. “Het onderwerp van vigilantie verwerkingen in deze specifieke master lijkt een goede eerste stap. Naar mijn mening moet het opleidingsonderdeel de studenten zowel theoretisch, maar belangrijker nog, praktisch vertrouwd maken met farmacovigilantie. Het verwerken van een realistische case, waarbij een patiënt een bijwerking meldt aan de apotheker kan bijvoorbeeld een deel vormen van het eindexamen.”
Voor de apothekers die al in de officina actief zijn, pleit Karine voor duidelijkere richtlijnen over hoe meldingen gedaan moeten worden. Dit proces zou volgens haar ook wat moeten worden vereenvoudigd. "Een soort stroomdiagram met de 'te volgen stappen', die verspreid kan worden bij alle apotheken, zou zeer nuttig kunnen zijn," stelt ze voor. “Zo zal de apotheker al snel merken dat het melden van een bijwerking slechts enkele minuten kost. En om het tijdsgebrek verder te verlichten, lijkt het mij nuttig om de gemelde bijwerking direct op te schrijven en op een later moment, wat in de toekomst een vast moment in de week kan worden, de melding door te sturen naar de correcte instantie.”
Hoewel de bevraagde apothekers en masterstudenten dus positief staan tegenover farmacovigilantie, wordt dit niet altijd genoeg opgevolgd in de praktijk. Toch blijkt uit het onderzoek dat veel studenten bereid zijn om in hun toekomstige carrière er actief aan bij te dragen. Verbeteringen in de opleiding en duidelijkere richtlijnen kunnen apothekers helpen om bijwerkingen snel en gemakkelijk te melden en de veiligheid van de medicatie van hun patiënten te garanderen.