In de zorgsector is het onmisbaar om met meerdere zorgverleners samen te werken. Een Medisch-Farmaceutisch Overleg (MFO) is een effectieve manier om de communicatie met lokale zorgverleners te verbeteren. MFO-sessies vergemakkelijken dialogen tussen lokale artsen en apothekers over diverse onderwerpen, waarbij geneesmiddel gerelateerde problemen worden geïdentificeerd en aangepakt. Deze georganiseerde bijeenkomsten worden gefinancierd door het RIZIV en begeleid door ervaren moderatoren. Voor meer gedetailleerde informatie en praktische ondersteuning kunnen zorgverleners altijd terecht bij hun lokale beroepsvereniging.
MFO’s zijn in het afgelopen jaar populairder geworden. Met 143 lokale sessies was 2023 het meest actieve jaar voor MFO's tot nu toe. Hoe kwam deze opmerkelijke toename tot stand? We vroegen het aan Silas Rydant, apotheker en coördinator van Medisch-Farmaceutisch Overleg. Hij gaf meer uitleg over dit succes, de waardevolle ervaringen die daaruit voortkomen, en zijn visie op de toekomst van de besproken onderwerpen.
De cijfers van de MFO’s in 2023 zijn behoorlijk indrukwekkend. Met 143 lokale sessies was 2023 het beste jaar voor MFO’s tot nu toe. Waarom was er zoveel activiteit?
Ik denk dat dit met drie belangrijke factoren te maken heeft. Ten eerste zijn er nu éénmaal heel wat uitdagingen bij het veilig gebruik van geneesmiddelen waarbij je best samenwerkt. Denk daarbij aan geneesmiddeleninteracties, het goed gebruik van opioïden, de juiste posologie colchicine bij een acute jichtaanval, het vermijden van NSAID’s bij hartfalen of het evalueren van de bisfosfonaten.
Daarnaast zijn er de laatste jaren ook terugbetaalde diensten voor de patiënt ontwikkeld. Huisapotheker, GGG astma en recent het afbouwen van de benzodiazepinen en medicatienazicht. Stuk voor stuk waardevolle diensten voor de patiënt, maar waarvan de implementatie beter kan. En ook rond vaccinatie is er veel potentieel om nog beter samen te werken.
En dan is een MFO-project een interessante manier om de juiste info over te brengen naar de naburige huisartsen. Als laatste zijn er ook praktische en administratieve problemen, waarvoor apothekers en huisartsen elkaar nodig hebben.
Goede afspraken kunnen dus onnodig telefonisch contact tussen apothekers en artsen vermijden en de samenwerking bevorderen. En daar is een lokaal MFO-project uitermate geschikt voor.
Het is goed om te zien dat dit al begint te werken en dat mensen zich er meer van bewust zijn. Je hebt het over vaccinaties en benzodiazepinen. Zijn dit momenteel de meest succesvolle projecten of zijn er nog andere die opvallen?
Afbouw van benzodiazepinen lijkt inderdaad een logische keuze te zijn en zou waarschijnlijk in de top 3 staan van wat ik zou organiseren dit jaar. Het was een onderwerp waar huisartsen interesse in tonen dus het MFO is een perfecte gelegenheid om deze nieuwe dienst goed te implementeren.
We hebben het afgelopen jaar ook gezien dat het instap MFO ‘huisarts en huisapotheker in duo voor de chronische patiënt’ goed heeft gepresteerd. Dit MFO-project is meer specifiek bedoeld om voor een allereerste keer samen te komen en elkaar te leren kennen. De focus ligt vooral op ‘wie is wie’, maar ook welke basisdiensten er zijn, zoals het Gedeeld Farmaceutisch Dossier (GFD) of Globaal Medisch Dossier (GMD). Een derde populair onderwerp was vaccinatie. Apothekers mochten dit jaar vaccineren tegen de griep, waardoor lokale afspraken belangrijk waren om de vaccinatiegraad te verhogen.
Welke onderwerpen zou jij aanraden om een eerste MFO over te organiseren?
Het MFO ‘huisarts en huisapotheker in duo voor de chronische patiënt’ is een goede keuze als je elkaar niet of amper kent. Hierbij voorzien we een presentatie met de basisdiensten (o.a. GFD, GMD…) en aanvullende documenten, zoals een eenvoudig invulformulier aan waarop aanwezige personen hun contactgegevens kunnen achterlaten. De meesten kennen elkaar waarschijnlijk wel, maar voor nieuwe huisartsen kan dit handig zijn.
Als het gaat om inhoudelijke MFO-programma's, raden we een thema aan dat duidelijk is afgebakend, zoals de afbouw van benzodiazepinen of magistrale bereidingen. Complexere onderwerpen zoals diabetes of medication reviews zijn deze misschien niet de beste keuze voor een eerste keer, maar zijn zeker aan te bevelen voor latere plannen.
De timing is ook niet onbelangrijk. Een MFO rond vaccinatie zal je vooral in augustus/september plannen, antibiotica eerder richting december/januari. Andere ‘tijdloze’ MFO-projecten kunnen op elk tijdstip in het jaar worden georganiseerd.
En natuurlijk zijn ook actuele onderwerpen altijd interessant. Zo kon je een MFO organiseren rond Ozempic® of andere ontbrekende producten.
Wat zijn momenteel enkele actuele onderwerpen? Welke nieuwe projecten worden momenteel ontwikkeld? denk je dat er in de komende maanden zal volgen?
De terugbetaling voor het afbouwen van benzodiazepinen wordt verlengd tot augustus, dus ik hoop dat collega's die hier nog mee aan de slag willen gaan, het initiatief zullen nemen en zeggen: "Ik wil het nog een keer proberen. Laten we samenzitten en een initiatief organiseren om deze nieuwe dienst opnieuw onder de aandacht van artsen te brengen." Aan de andere kant zijn er ook nieuwe MFO-programma's, zoals ’het rationeel gebruik van antidepressiva” en “verbeteren van de outcomes door het goed gebruik van inhalatoren”. Deze zijn onderwerpen waar nu veel aandacht rond is. Er is recent nieuws over het overmatige gebruik van antidepressiva en de nieuwe GGC COPD (begeleiding van patiënten met inhalatoren) die eraan komt. We denken dat dit een ideaal moment is om samen met artsen in de buurt informeel te zitten en uit te leggen wat er gaat gebeuren en niet zozeer toestemming te vragen, maar eerder te zeggen: "Dit gaat gebeuren, laten we samenwerken hoe we dit goed kunnen aanpakken."
Stel dat iemand morgen graag een overleg wil organiseren, maar dit nooit gedaan heeft. Waar zou men dan terecht kunnen voor informatie?
De informatie is altijd te vinden op de website van het RIZIV, maar we horen dat het niet altijd even overzichtelijk is. Daarom hebben KAVA en Domus Medica in 2019 een website gemaakt: www.medischfarmaceutischoverleg.be. Hier vinden apothekers en huisartsen alle informatie terug om zelf een lokaal MFO-project te organiseren. Er is bijvoorbeeld een instructievideo over hoe je zoiets kunt aanpakken. Daarom hebben we een video, een checklist en draaiboeken.
De website is trouwens vrij toegankelijk voor elke huisarts en apotheker. Of ze nu ons programma willen gebruiken, benzo’s willen bespreken, of overleggen over magistraal bereiden, we zijn blij dat aan de slag willen. Natuurlijk geven we de voorkeur aan onze programma's, maar we zullen niets tegenhouden. We blijven altijd informatie verstrekken.
Als ik een vraag krijg van een apotheker, stuur ik ze altijd door naar de lokale beroepsvereniging omdat die vooral praktische, logistieke, en administratieve ondersteuning biedt. Voor inhoudelijke ondersteuning zou ik eerder kijken naar degene die het programma heeft gemaakt. Ik denk dat het praktische en het inhoudelijke niet zo uitdrukkelijk gescheiden hoeven te zijn, maar in de praktijk komt het er vaak op neer dat iemand zich meer bezighoudt met de inhoud en iemand anders met de praktische kant.
Wat voor ondersteuning is daarbij betrokken?
Als we een vraag krijgen probeer ik persoonlijk altijd een half uur digitaal in te plannen met de huisarts of apotheker die de organisatie op zich neemt. Dan betrek ik ook de persoon van de lokale beroepsvereniging bij de operationele, puur administratieve zaken, zodat iedereen weet wat de artsen en apothekers willen. Ze kunnen de juiste informatie geven en zeggen: "Wij kunnen de accreditatie voor jou regelen. Wij zullen de aanvraag in orde brengen. Wij zoeken een moderator als je die niet hebt." We hebben zelf een moderator, dus dan weten we dat het goed gaat.” Op die manier bewaak je als lokale beroepsvereniging mee het proces en kan je tijdig bijsturen waar nodig.
Aan de andere kant zijn er ook groepen die twee keer per jaar een MFO organiseren waarvan wij het niet weten. En dat loopt perfect. Ze sturen gewoon een mailtje en ons vragen om bijvoorbeeld de uitnodiging naar specifieke mensen te sturen. Voor de rest regelen ze alles zelf, en dat is prima.
Stel, men heeft nu al die projecten besproken, vaccinatie, benzodiazepinen, of iets anders. Is er een vlotte manier om deze besproken projecten in te passen in hun eerstelijnszone en kringwerking in hun lokale bestuur?
Een MFO is echt een lokaal overleg. Persoonlijk vind ik een eerstelijnszone al te groot om een MFO te organiseren, aangezien je met zo'n 50 of 60 apothekers zit, misschien zelfs meer. Ja, je hebt enkele kringen, maar ik denk dat een buurt- of wijkniveau beter is om een MFO vlot te organiseren. Dat betekent niet dat je het niet vanuit een eerstelijnszone kunt beginnen. Je kunt bijvoorbeeld meer inzetten op de nieuwe GGG COPD. Dan kan je in meerdere buurten verschillende MFO's organiseren, maar wel over hetzelfde thema en bij voorkeur met dezelfde moderator. Vanuit het RIZIV stimuleren ze echt het lokaal aspect, en ik was positief verrast dat ze een aanvraag ooit hebben afgewezen omdat er te veel apothekers en artsen waren uitgenodigd. Het ging volgens hen naar een grote opleiding toe. Ze pleiten dus echt voor kleinschaligheid.
In Antwerpen-Centrum werden kortgeleden kleine MFO's georganiseerd over hetzelfde thema binnen twee weken. Mensen gingen naar het MFO in hun eigen wijk of buurt, omdat ze daar de mensen leren kennen met wie ze het meest professioneel contact hebben. Het heeft geen zin dat iemand uit Dendermonde en iemand uit Zele samenzitten, want ze hebben geen gezamenlijke patiënten. Bijéénkomsten op grote schaal is goed voor een opleiding, maar als je afspraken moet maken over samenwerken, is dat niet het beste niveau.
In een MFO kan je dus best zien als een soort workshop met maximaal 20-25 mensen, wat betekent dat 3 of 4 apotheken met 2 tot 3 artsen of een huisartsenpraktijk samenzitten die zich heel dicht bij elkaar bevinden.