In juni 2021 deed VAN een bevraging over de verwachtingen van apothekers tegenover de kringwerkingen. 108 apothekers uit 39 verschillende eerstelijnszones namen deel.
Apothekers kennen hun eerstelijnszone
Net iets meer dan de helft van de deelnemende apothekers (53,7%) geeft aan te weten wat een eerstelijnszone is. Acht op tien apothekers weten tot welke eerstelijnszone hun gemeente behoort.
Het concept van de kringwerking blijkt bij zo’n 19,4% van de apothekers goed tot zeer goed gekend. 45,4% is er in beperkte mate mee vertrouwd.
43,5% weet niet of er een kringwerking bestaat in hun eerstelijnszone of heeft er geen ervaring mee. 44,4% geeft aan dat er in hun eerstelijnszone een kringwerking bestaat of dat ze er al mee in contact kwamen, voor 12,0% is dit niet het geval.
Tijdens de bevraging kregen de deelnemers de definitie van een eerstelijnszone, zorgraad en kringwerking te zien. Dit was belangrijk voor de rest van de bevraging, zodat iedereen – min of meer – vertrouwd was met de juiste concepten. Het blijft echter onzeker in welke mate de apothekers die deelnamen voldoende vertrouwd zijn met het concept van kringwerking, ook aangezien de kringen voor apothekers nog niet officieel bestaan.
Meerderheid van de apothekers overtuigd van de meerwaarde van een kring
Van de apothekers die aangeven dat er een kringwerking is in hun eerstelijnszone of hier al mee in contact kwamen, zegt 64,6% dat ze al hebben deelgenomen aan activiteiten en 18,8% werkt actief mee.
De meerwaarde van de kringwerking voor het apothekersberoep staat voor 41,6% van de respondenten vast. Voor 41,7% is die meerwaarde er in beperkte mate. Ze zijn ervan overtuigd dat het de samenwerking tussen apothekers zal verbeteren, met een positieve impact op de uitstraling van het beroep. Een kringwerking bevordert volgens hen ook het contact met de andere zorgverstrekkers uit de eerstelijnszone, wat de zorg voor de patiënt ten goede komt. Apothekers verwijzen ook naar de vaccinatiecentra, waarbij het belang van de eerstelijnszones en kringwerkingen duidelijk werd.
Een kleine groep blijft eerder neutraal: 12,5% denk dat er eerder geen meerwaarde is. Twee apothekers geloven niet dat de kring een meerwaarde oplevert.
Uit de resultaten blijkt dat het concept van de kring bij een groep apothekers nog relatief ongekend is. Dit maakt het wellicht moeilijk om de meerwaarde voor het beroep in te schatten.
Voornaamste opdracht: bevorderen van de samenwerking
VAN polste naar de concrete opdrachten van een kring. Voor de meeste apothekers staat het bevorderen van de multidisciplinaire samenwerking op één. De kring moet er voor zorgen dat zorgverstrekkers uit de eerste lijn elkaar leren kennen en de onderlinge uitwisseling stimuleren. Daarnaast heeft de kring voor een groot deel van de apothekers de taak om te informeren over de thema’s die besproken worden op de zorgraad. Binnen de eerstelijnszone is de apothekerskring het lokale aanspreekpunt voor andere partners in de eerste lijn (bv. CAW, lokale besturen, huisartsenkringen, …).
Grote interesse om deel te nemen aan activiteiten
77,0% van de respondenten wil deelnemen aan activiteiten van de kring. 38,5% geeft aan dat ze willen meewerken aan de kringwerking, 30,8% is eerder neutraal en 30,8% geeft aan liever niet te willen meewerken. Voor deze laatste groep lijkt een gebrek aan tijd de grootste reden te zijn: naast het werk, verplichte bijscholingen en privé-tijd is er weinig ruimte over voor extra engagementen.
VAN informeerde ook naar de voorwaarden voor een succesvolle kringwerking. Uit de reacties blijkt dat een eenvoudige structuur voor acht op tien apothekers belangrijk is. Daarnaast moet er praktische ondersteuning zijn vanuit de beroepsverenigingen en de deelname aan activiteiten vrijblijvend. Voor iets meer dan de helft van de apothekers die deelnamen aan de bevraging moet de kringwerking ook financieel ondersteund worden.
Het is duidelijk dat apothekers hun collega die reeds lid is van de zorgraad willen ontlasten, en voor hem of haar geen uitgebreide rol zien binnen de kringwerking. Ook het vrijwillige engagement van apothekers kent zijn grenzen: slechts 14% zegt ze geen vergoeding nodig hebben om mee te werken. Hoe groot deze vergoeding dan moet zijn of vanwaar dit geld komt, werd niet bevraagd.