31 jan 2022
Eerste Lijn
Interview
Partner
Image
Paul Callewaert

Ziekenfondsen spelen een belangrijke rol binnen onze gezondheidszorg. Ze hebben onder meer overleg met de koepels van de verschillende zorgverstrekkers en hebben op die manier ook een duidelijke visie over hoe de eerstelijnszorg er in de toekomst moet uitzien. VAN had een gesprek met Paul Callewaert, algemeen secretaris van het Nationaal Verbond van Socialistische Mutualiteiten (NVSM). Hij hoopt op meer samenwerking in de eerste lijn en is alvast overtuigd van de veelzijdigheid van de apotheker: “Het zou goed zijn mochten we apothekers nog meer kunnen inzetten in bijvoorbeeld de woonzorgcentra.”

 

“De covid-19-pandemie heeft ervoor gezorgd dat apothekers meer op de voorgrond zijn kunnen treden”, vertelt algemeen secretaris van het NVSM Paul Callewaert. “Als ziekenfonds hebben we het engagement van de apothekers in bijvoorbeeld de uitbreiding van de testcapaciteit gewaardeerd en gesteund. Het verlaagt duidelijk de drempel.” Hij benadrukt dat de bijdrage van de apothekers een ondersteuning betekent voor de huisartsen, die tijdens deze pandemie vaak overbevraagd zijn. Op termijn ziet hij eenzelfde scenario mogelijk voor vaccinatie.

 Toch merkt hij heel wat tegenkanting van de artsen. “ Het is nochtans niet alleen een kwestie van willen, maar ook van moeten. Artsen kunnen er eigenlijk niet tegen zijn.” Callewaert roept dan ook op om de discussies tussen de zorgberoepen te stoppen: “We moeten echt weg uit dat conflictmodel tussen zorgberoepen, de dialoog moet centraal staan. Als ziekenfonds zien wij het echt als een samenwerkingsmodel.”

Dat samenwerkingsmodel zit volgens Callewaert in de plannen van federaal minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke. “Het NVSM legt hier steeds de nadruk op. Zo zien we dat iedereen de mond vol heeft over samenwerken, maar dat de spanning stijgt wanneer een ander aan de grenzen van het eigen beroep komt. Het is moeilijk om iemand toe te laten op het terrein dat je zelf opeist. Er is echt een culturele omslag nodig.” Het lijkt hem vanzelfsprekend dat dit niet van vandaag op morgen zal gebeuren: “Dit zal gefaseerd en op basis van inzichten moeten verlopen om het goed te doen. We moeten streven naar de meest efficiënte inzet van middelen zonder teveel aan terreinafbakening te doen.” Een belangrijke voorwaarde hierbij is de ruimte voor transversaal overleg, tussen de zorgberoepen. Callewaert benadrukt dat hij blij is dat apothekers hiervoor al stappen zetten: “Dit kan een hefboom zijn voor de andere zorgberoepen.”

In regio’s waar minder mensen een vaste huisarts hebben, benadrukt de algemeen secretaris de meerwaarde van de apotheker: “De apotheker heeft het overzicht van de geneesmiddelen die iemand neemt. Wanneer de patiënt geen vaste huisarts heeft, kan de apotheker de nodige begeleiding bieden, en op termijn mensen toeleiden naar een vaste huisarts.” Die meerwaarde is er ook op andere vlakken, zo ziet hij een rol weggelegd voor de apotheker in de woonzorgcentra: “Als NVSM zijn we overtuigd dat elk woonzorgcentrum een coördinerend apotheker moet hebben. Dit kan in combinatie met de coördinerend en raadgevend arts (CRA), voor het begeleiden en opvolgen van het medicatiegebruik en -beleid.” Verder is het gebruik van apotheekdata voor het ondersteunen van het beleid een piste die volgens Callewaert verder onderzocht kan worden, uiteraard binnen een correct juridisch en financieel kader.

Voor het NVSM is het duidelijk dat het vergoedingsmodel van de apotheek onder druk staat, onder meer door de concurrentie van onlinespelers. “Het is dan ook van belang om jezelf als sector te profileren”, volgens Callewaert. “De sensibilisatiegesprekken die apothekers voerden voor de covid-vaccinatie zijn hiervoor een goed voorbeeld.” Hij benadrukt dat het nodig is om het huidige financieringsmodel van de zorg te herbekijken: “Geïntegreerde zorg en prestatiegebonden financiering vormen geen goed huwelijk. We moeten evolueren naar een gemengde, populatie- en forfaitaire financiering. Dit zal echter niet vandaag op morgen gerealiseerd worden, maar ook daarvoor staan plannen in de steigers.”

“Men moet stilaan beseffen dat niet iedereen alles kan of moet doen. We moeten zoeken naar een evenwicht tussen de zorgberoepen, hoe we overbelasting en onderbenutting kunnen vermijden. Er is werk genoeg, maar we moeten ervoor zorgen dat het op de juiste manier wordt verdeeld én vergoed”, aldus Callewaert.