8 nov 2021
Interview
Image
Luc van Gorp en zijn boek "Mensenmaat. Een pleidooi voor imperfectie"

Luc Van Gorp over zijn boek ‘Mensenmaat. Een pleidooi voor imperfectie’

Onze huidige samenleving beleeft grote welvaart. Maar dat betekent niet dat iedereen gelukkig is, verre van zelfs. In zijn boek ‘Mensenmaat. Een pleidooi voor imperfectie’ stelt CM-voorzitter Luc Van Gorp de vraag waarom dat zo is. Naast voorzitter is hij ook verpleegkundige, theoloog, docent en oud-Chiroleider, alsook partner en vader. Hij is van mening dat we in een samenleving leven met een zeer ‘mannelijke’ en lineaire manier van problemen aanpakken. Daar moeten we volgens hem vanaf. Want problemen zijn nu eenmaal vaak circulair en wederkerend, zeker in de gezondheidszorg.

We starten ons gesprek met Luc met de grote vraag: waarover gaat het boek? Hij vat het samen in één woord: perfectie. Op zijn 55-jarige leeftijd heeft hij veel gezien en ervaren en heeft hij een eigen visie op de samenleving. “Ik moest ooit de gedachten die ik heb op papier zetten”, zegt hij. “Ik wou dat doen voor ik op pensioen ben. De verhoging van de pensioenleeftijd heeft mij op dat vlak wat extra tijd gegeven, maar langer wilde ik toch niet meer wachten.”

Het boek gaat niet enkel over hemzelf. “Ik schrijf ook over de Chiro, over mijn tijd als verpleegkundige en wat dit allemaal met me gedaan heeft. Gewoon door mijn leven te leven, heb ik een aantal ervaringen opgedaan”, vertelt hij. “Deze ervaringen houden me nog steeds sterk bezig, en ik heb ze dan ook verbonden met twee concepten die ik toelicht in mijn boek: enerzijds de Kleine en Grote Gezondheid (beschreven door de filosoof Nietzsche, n.v.d.r.),waar ik als theoloog rond werkte, en anderzijds het concept van de lineariteit en circulariteit. Deze twee concepten lopen in het leven van de mens door elkaar.”

We moeten meer circulair gaan leven

Het boek begint met het verhaal van André, die op 92-jarige leeftijd tegen een leidinggevende van het woonzorgcentrum zegt dat hij nooit had gedacht dat hij zo oud zou worden, en daardoor dus ook financieel niet meer rond komt. “Hij was niet ziek”, vertelt Luc, “gewoon heel oud. Hij dacht zelfs aan zelfdoding, maar heeft het uiteindelijk niet gedaan na een gesprek met zijn kinderen. Het doet altijd pijn om zo’n verhalen te horen.” Het verhaal van André koppelt hij aan het concept van de Grote Gezondheid zoals beschreven door Nietzsche: het leven is ook lijden. “Moesten we nog nooit pijn hebben gehad, dan zouden we anders in het leven staan”, vertelt Luc. “Nietzsche gebruikt dan het concept van de Kleine Gezondheid: alles is beheersbaar en maakbaar. Onze gezondheidszorg is gericht op klachten en hoe ze te verhelpen, maar we vergeten te vertrekken vanuit de kracht van mensen zelf.”

Een ander concept dat de CM-voorzitter aanhaalt in zijn boek is onze lineaire manier van leven: “We zetten mensen op een lijn van het leven en dan is het de bedoeling om zo oud mogelijk te worden. Veel mensen willen effectief oud worden, op voorwaarde dat dit kwaliteitsvol kan. De zorg, ons onderwijs, het klimaat: we behandelen alles vanuit een lineair concept. We steken kernafval in de grond, maar dat afval is niet weg: ooit komt het terug boven. We moeten meer circulair, meer vrouwelijk gaan denken.”

Luc ziet dit ook in de gezondheidszorg: “We zijn opgeleid om een klacht of probleem op te lossen. Maar vaak is de oplossing niet definitief en komt het probleem terug. Denk aan een huisarts die op een klassieke manier te werk gaat en een pilletje voorschrijft voor een symptoom, zoals hoofdpijn. Het symptoom is weg, maar de oorzaak van die hoofdpijn is er waarschijnlijk nog. Achter dat ene symptoom schuilt vaak een grotere problematiek van bijvoorbeeld stress, verdriet of slecht slapen omwille van relatieproblemen bijvoorbeeld. We moeten mensen veel meer vragen hoe het écht met hen gaat.”

De rol van de apotheker in onze lineaire maatschappij

“Circulair leven betekent dingen opnieuw doen, zaken opnieuw leren: zo maak je dingen je meer eigen. Rituelen en herhaling geven structuur aan ons toch wel complex bestaan. Ook in de liturgie geven bijvoorbeeld de rituelen mij rust.” Dat terugkerende moet volgens Luc structureel worden ingebed. “Mijn leven lijkt één lijn tot aan mijn pensioen. En dan komt een volgende fase… terwijl mijn leven en het leven van iedereen net heel circulair is: elke dag opnieuw thuiskomen, het opvoeden van je kinderen, liefhebben van je partner, activiteiten met het gezin. Dat geeft rust. We zitten in een lineair systeem terwijl we eigenlijk circulair willen leven: veel mensen passen dus niet in dit systeem. We zien dat ook aan het hoge aantal langdurig zieken, burn-outs en depressies.”

De apotheker kan volgens hem een rol spelen in dit circulaire concept. “Ik vertrouw een apotheker die er ook in slaagt om mij helemaal niets te verkopen, maar waar ik toch beter buiten kom. Ik zie hem als professional, als een ‘behandelaar’ in de brede zin van het woord. Het geneesmiddel is een middel, maar kan op zich niet alles oplossen. Apothekers hebben vijf jaar gestudeerd en kunnen mee het verschil maken. Ze kunnen een spil zijn in dit verhaal, om de patiënt te ondersteunen en laagdrempelig te begeleiden.” Luc verwijst naar de hoeveelheid slaapmedicatie of antidepressiva die elke dag wordt ingenomen door zo’n 1,2 miljoen Belgen. “Als het gaat over welzijn en mentale problemen, zoeken zorgverleners nog te vaak naar welk geneesmiddel ze kunnen geven om het op te lossen.”

Zorg betekent connectie maken

Een goede relatie tussen de burger en zijn zorgverlener is volgens Luc essentieel in zo’n geval. “Ik woonde vroeger dichtbij twee apotheken. Eén was heel dichtbij, de ander was ietsje verder. En ik ging toch het vaakst naar diegene iets verder weg omdat die apotheker verbinding met ons maakte. We kwamen binnen en men vroeg ons – oprecht – hoe het met ons was.”

Voor Luc moeten zorgverleners zich meer bewust zijn over wat ze kunnen betekenen voor hun patiënten, zonder te vervallen in concurrentie. “Neem nu bijvoorbeeld de covid-testen die apothekers mogen afnemen. Toen die maatregel werd besproken in een vergadering waar ik aan deelnam, sprak een arts over ‘expansionistisch gedrag van de apotheker’. Ik vertelde hem dat het vooral tijd was om de rol van de arts en apotheker opnieuw te definiëren. En dit telt eigenlijk voor alle zorgverleners: de zorgberoepen zelf moeten dringend herijkt worden.”

De apothekers hebben volgens Luc de laatste jaren duidelijk gemaakt dat ze verder kijken dan hun eigen leefwereld. “Jullie hebben aangetoond dat jullie bestaan, wat jullie meerwaarde is en dat jullie een visie hebben die ruimer gaat dan louter de apotheek. Jullie zijn bezig met de samenleving in de breedste zin.”

Zorgverlening is voor Luc gebaseerd op een authentieke connectie, een relatie. “Anders kunnen we niet spreken van zorg, de patiënt voelt dit”, vertelt hij. “Je kan dankzij die connectie vaak op voorhand al merken wat er mis is. Wanneer een apotheker een connectie heeft met een patiënt die slaapproblemen heeft, kan die dat al opmerken. Ik denk dat als we er niet in slagen die verbinding te maken in de zorg, we niet meer zullen bestaan. Geneesmiddelen kunnen digitaal gaan, maar de connectie die zorgverleners, en zeker apothekers, maken, kan men niet vervangen.”

“Toen ik het boek schreef, dacht ik dat mijn werk klaar was”, zegt Luc. “Maar ik krijg veel reacties van lezers die me vertellen dat mijn boek hen helemaal door elkaar heeft gehaald. Dat het hen hoop heeft gegeven. Mensen zien dat er een alternatief is in de wijze waarop we vandaag leven.”