19 okt 2021
Interview

De apotheker heeft vaak een unieke band met de patiënt, te danken aan zijn nabijheid en laagdrempeligheid.  Zij zetten zich al een tijdje in als huisapotheker om medicatieschema’s te maken. Het medicatiebeleid van de patiënt kan echter nog sterk verbeteren, denk maar aan onder- en overbehandeling, interacties en nevenwerkingen waarvan de patiënt last heeft … Tijdens een medication review type 3 (MR3) worden de medische voorgeschiedenis van de patiënt, de labowaarden en de volledige medicatiehistoriek naast elkaar gelegd. In samenwerking met de (huis)arts en patiënt worden voorstellen geformuleerd om het medicatiegebruik te verbeteren, steeds op maat van de patiënt.

We spraken hierover met  apr. Anneleen Robberechts, projectcoördinator medication review binnen KAVA, en prof. Hans De Loof (UAntwerpen) een van de promotoren van haar doctoraat.

Sinds 2017 organiseren we opleidingen rond medication review type 3 waaraan reeds heel wat apothekers deelnamen. Perfect voor apothekers om deze zorgtaak onder de knie te krijgen en te implementeren in de apotheek. Daarnaast zijn er ook projecten rond specifieke pathologieën om de apothekers, die eerder zo’n intensieve opleiding volgden te betalen voor hun medication reviews.

Wat is medication review type 3 precies? Wat is het doel van het onderzoek?

Anneleen: Medication review type 3 is een dienst die een aantal aanbevelingen formuleert voor de patiënt met betrekking tot diens geneesmiddelengebruik. De bedoeling is om tot een betere farmacotherapie te komen, met betere outcomes voor de patiënt. Hierbij moet je als officina-apotheker natuurlijk een totaalbeeld hebben van welke medicatie de patiënt inneemt, de labowaarden, de medische voorgeschiedenis, maar ook welke bezorgdheden of problemen die patiënt ervaart. Enkel dan kan je spreken van MR3.

Bedoeling is dat alles ook wordt teruggekoppeld naar de arts om tot één mooi geheel te komen. Dat leidt soms tot aanpassingen en verbeteringen in het totaliteit van de aanpak met geneesmiddelen. Daarna stemmen we dit natuurlijk ook nog eens af met de patiënt zelf: die moet er ook effectief achter staan en mee zijn in het verhaal.

Mijn onderzoek gaat dieper in op de obstakels en opportuniteiten van medication review en over   hoe we dit alles in België kunnen implementeren op een kwaliteitsvolle manier.

Hans: Belangrijk hierbij is het totaalbeeld. We kijken niet alleen naar de medicatie maar ook naar de vaardigheden, economische situatie en interactie van de patiënt met meerdere artsen.

Je kan de medicatie niet kunt los zien van de individuele patiënt. Daarom is zo’n grondig gesprek nodig  om te zien welke problemen er zijn rond de medicatie en hoe alles al dan niet bij elkaar past.Dat is iets helemaal anders dan op het doosje medicatie of op een schema enkel wat instructies schrijven. We gaan de niet-medicamenteuze aanpak niet volledig uitspitten, maar je kunt niet verstandig over medicatie praten als je het totaalbeeld niet ziet. Daarom is die interactie met de huisarts ook zo belangrijk.

Wat was de eerste aanzet van dit onderzoek?

Anneleen: In 2013 zijn we gestart met opleidingen en sessies rond het medicatieschema . Dat was een soort beginpunt. Ik volgde, in Nederland in 2016, de PIAF opleiding (Periodieke Individuele Analyse Farmatherapie) rond medication review. Samen met de universiteiten zagen we al snel dat MR3 potentieel had om de zorg voor de patiënten te verbeteren en na dat traject wilden we ook onze eigen apothekers opleiden. Daarom ben ik in 2018 gestart met een pilootopleiding.  Maar onder het moto “If you can’t measure it, you can’t improve it.” werd er beslist om deze implementatie ook wetenschappelijk te onderbouwen en zo is in 2018 mijn doctoraatsonderzoek gestart met nog twee andere promotoren prof. Guido De Meyer (UAntwerpen) en prof. Stephane Steurbaut (VUB).

Ondertussen is ons eerste wetenschappelijk artikel gepubliceerd in het “International Journal of Clinical Pharmacy” waarin de standpunten en inzichten van de artsen en de apothekers worden beschreven. Dit gaat dan over de deelnemers aan ons eerste proefproject.

Hoe ging het onderzoek praktisch in zijn werk?

Anneleen: De apothekers  en artsen die deelnamen aan het eerste pilootproject zijn op een kwalitatieve manier bevraagd aan de hand van interviews. Daaruit bleek dat de apothekers heel  gemotiveerd zijn om MR3 te blijven uitvoeren in de apotheek. Artsen werden door het proefproject meer bewust van de rol van de officina-apotheker in het medicatiebeleid van de patiënt. Beide beroepsgroepen waren wel overtuigd van de meerwaarde. Natuurlijk waren er knelpunten, maar die overwinnen we makkelijk. Tenslotte vonden ze ook zo goed als allemaal dat er een goede verloning moet zijn.

Hans: Het was belangrijk om via deze gesprekken verschillende nuances en diverse meningen te horen. Die krijgen je eigenlijk nooit in zo’n detail met een gebruikelijke enquête. En de algemene feedback was zeer positief. Er zijn natuurlijk wrijvingen en debatten over competenties en specifieke taken.  Die moesten we op papier zetten om er verder over te kunnen praten en afspraken rond te maken.

Welke obstakels heeft dit soort opvolging? Welke voordelen heeft het?

Anneleen: De grootste obstakels zijn de tijdsinvestering en het ontbreken van een vergoeding. Daarnaast waren er ook praktische obstakels zoals het delen van gegevens.

Door medication review krijgen patiënten een betere opvolging en zorg. De arts en apotheker krijgen beide een vollediger plaatje van de patiënt. We verbeteren ook de interprofessionele contacten.

Hoe kan dit onderzoek gebruikt worden in de toekomst?

Anneleen: Er moeten natuurlijk nog veel andere zaken onderzocht worden om de implementatie te bevorderen. Zo hebben we ook al standpunten van patiënten en andere zorgverleners bevraagd. Verder is het belangrijk dat de kwaliteit van de review voldoende hoog is en blijft. Dit nemen we dus zeker mee, in het onderzoek . Daarnaast willen we nog bestuderen hoe artsen en patiënten precies omgaan met de adviezen die de apotheker voorstelt.

Als laatste willen we ook blijven onderzoeken hoe we de apothekers kunnen blijven ondersteunen. Denk daarbij aan onze huidige opleidingen, maar we bieden sinds vorig jaar ook ‘opvolgtrajecten’ aan. Dit zijn langdurige trajecten voor apothekers die de basisopleiding reeds gevolgd hebben. Hierbij krijgen ze de kans krijgen om zich te verdiepen in één thema (vb. diabetes in 2022) én vergoed te worden voor MR3. Ook zullen we bekijken hoe een kwaliteit bevorderend programma (MFO) kan zorgen voor de implementatie van MR3. We hebben dus nog veel werk voor de boeg!