14 sep 2021
Interview

Vanaf 15 september hebben patiënten extra mogelijkheden om hun geneesmiddelen te laten voorschrijven en af te halen in de apotheek. Naast het papieren bewijs van voorschrift zullen ze immers ook met een app of hun elektronische identiteitskaart hun voorschriften kunnen afhalen én beheren. De drijvende kracht achter deze nieuwe toepassingen is Recip-e. VAN sprak met dr. apotheker Katrien Thorré, directeur van Recip-e.

Image
Katrien Thorré, directeur van Recip-e.

Recip-e is de organisatie die zich bezig houdt met het beheer en verwerking van medische data. Ze wordt beheerd door vertegenwoordigers van de verschillende zorgverstrekkers: apothekers, artsen, vroedvrouwen, tandartsen, kinesitherapeuten en thuisverpleegkundigen. Daarnaast is Recip-e ook de naam van de applicatie waar alle elektronische voorschriften worden beheerd. Een belangrijke tool voor heel wat zorgverstrekkers en voor de patiënt.

Het team van Recip-e werkte de voorbije jaren aan de dematerialisatie, die vanaf 15 september officieel van start gaat, en bij de apotheker eigenlijk al succesvol gestart is sedert 1 juni. “In veel andere sectoren is het papierloos werken al langer ingeburgerd, zoals bijvoorbeeld de bankwereld”, vertelt Katrien. “In de gezondheidszorg was dit nog niet het geval, waardoor het ook allemaal minder toegankelijk was voor de patiënt.” Door de COVID-19-crisis versnelde de dematerialisatie, maar het betrof een digitalisering die als snelle tijdelijke oplossing diende . “Denk maar de verschillende manieren waarop de apotheker voorschriften ontving: via WhatsApp, facebook, e-mail ... Kanalen die niet altijd GDPR-proof zijn. Nu gaan we nog een stapje verder, en maken we het geheel duurzamer.”

Patiënt centraal

Voor Katrien en haar team moet de patiënt aan het roer staan van zijn gezondheid. “Ik ben zelf apotheker, en dus zorgverstrekker, en kan de feedback van het terrein goed inschatten. Mijn insteek is altijd om de patiënt centraal te stellen, wat met de dematerialisatie toch lijkt te lukken”, vertelt ze. Recip-e nam hiervoor de zogenaamde patient journey (de reeks gebeurtenissen die een patiënt ervaart tussen zorgverleners, n.v.d.r.) onder de loep. Vanuit dit oogpunt kon ze de noden van de verschillende actoren in het proces optimaliseren: de arts wil de patiënt goed kunnen opvolgen (therapietrouw) en wil de patiënt stimuleren om zelf zijn voorschriften te beheren, wat voor de arts ook leidt tot minder printen, de apotheker kan per item afleveren en dus elk voorschrift apart afhandelen. Hierdoor isde status van de voorschriften duidelijk voor de patiënt en kan deze ook – zo goed als per product - worden opgevolgd door de zorgverleners. “Het mocht niet puur een omslag zijn naar het digitale, we moesten ook de kans grijpen om nieuwe mogelijkheden te implementeren”, zegt Katrien. “Zo zal er met het nieuwe systeem minder nood zijn om verloren voorschriften te hermaken wegens de extra toegangsmogelijkheden. Daarnaast zal het overleg tussen de zorgverstrekkers kwalitatiever zijn doordat er meer info ter beschikking is en iedereen dezelfde database gebruikt.”

“Het doel is niet om het papieren bewijs van elektronisch voorschrift te laten verdwijnen, wel dat de patiënt meer autonomie en transparantie krijg over zijn gezondheid.” Volgens Katrien valt het niet te vermijden dat de patiënten helemaal richting digitaal gaan, al zal er af en toe begeleiding nodig zijn van de voorschrijver of apotheker. “Voor sommigen zal de overgang naar het digitale moeilijker zijn, en moet de mogelijkheid van een geprint bewijs van elektronisch voorschrift blijven bestaan.”

“Bij Recip-e bekijken we het zo: alle mogelijkheden van vroeger blijven bestaan, maar er komen er extra bij. Ook voor niet-digitale patiënten is het mogelijk om met de elektronische identiteitskaart naar de apotheek te gaan en hun geneesmiddelen gedematerialiseerd af te halen. Dit is een goede oplossing wanneer de patiënt bijvoorbeeld zijn voorschrift thuis vergat“, vertelt ze. “Het geeft extra perspectieven én het is een back-up afleveringsmogelijkheid voor de apotheker.”

Probeer een oplossing te zoeken voor de patiënt die je voor je hebt, en zorg ervoor dat de patiënt de hele waaier aan mogelijkheden kent. Alle mogelijkheden van vroeger blijven bestaan, maar er komen er extra bij.

Katrien Thorré, directeur van Recip-e

Opleidingen

Het team van Recip-e volgt de feedback van het terrein van dichtbij op, ook al hebben ze functioneel geen rechtstreeks contact met de eindgebruikers. Eindgebruikers maken immers gebruik van de Recip-e-toepassing door middel van software die wordt voorzien door een tussenpartij. “Ik geef zelf opleidingen en vormingen waardoor er veel feedback komt. Daarnaast hebben we in de aanloop naar de communicatie rond dematerialisatie met vele stakeholders apart overlegd (inclusief de patiëntenverenigingen), we hebben  een werkgroep communicatie met de stakeholders van het terrein en de betrokken partijen opgestart en met ons team ontwikkelen we materialen en teksten. Hierdoor krijgen we heel wat feedback binnen van eindgebruikers”, licht Katrien toe. “Dit stelt ons in staat om problemen op systematisch niveau te detecteren én op te lossen, bijvoorbeeld op het niveau van de software of aan Recip-e zelf.”

Aanpassing

Katrien beseft dat de dematerialisatie een aanpassing vergt van de zorgverstrekkers. Toch mag volgens haar de focus niet liggen op de problemen, maar moeten zorgverstrekkers blijven zoeken naar een constructieve oplossing. “Vaak gaat men te erg mee in de flow waarmee de patiënt naar de apotheek komt of houdt men vast aan bepaalde principes. Mijn oproep is: wees flexibel en maak gebruik van de verschillende mogelijkheden die er extra bijgekomen zijn. Probeer een oplossing te zoeken voor de patiënt die je voor je hebt, en zorg ervoor dat de patiënt de hele waaier aan mogelijkheden kent”, aldus Katrien.

Binnenkort zullen ook thuisverpleegkundigen, die vaak de medicatie voor hun patiënten voorbereiden, de mogelijkheid hebben om de elektronische voorschriften van hun patiënt te consulteren. Voor de artsen komt er ook nog een extra toepassing aan, waarbij ze de elektronische voorschriften van collega’s kunnen consulteren. Patiënten kunnen dan weer uitkijken naar nog meer real-time apps om hun gezondheidssituatie beter op te volgen. De patiënt komt volwaardig mee aan het stuur van zijn eigen gezondheidszorg.